26 27 April 1950. 4e afd. DEELNEMING IN GARANTIE VOOR GELDLENING DIACONESSENHUIS. Aan de Raad, Burgemeester en wethouders van Haarlem hebben ons medegedeeld, dat de Raad dier gemeente bij zijn be- sluit van 1 Maart 1950 zich, onder nader door hen te stellen voorwaarden, garant heeft verklaard voor de regelmatige voldoening van de rente en aflossing door het bestuur van het Diaconessenhuis te Haarlem van de bij de Rijksverzekeringsbank te sluiten geldlening van f 675.000,Uit de voor u ten raadhuize ter in- zage liggende stukken blijkt duidelijk welke redenen tot het geven van deze garantie aanleiding zijn ge- weest. Het zal u echter zonder meer reeds duidelijk zijn,' dat ook onze gemeente belang heeft bij de instandhouding en een goede functionnering van het Diaconessenhuis. Bij de besprekingen, welke met de gemeentebesturen van Haarlem, Bloemendaal, Haarlemmermeer, Hillegom en Zandvoort zijn gevoerd vôôr dat door Haarlem tot het afgeven der garantieverklaring werd overgegaan, is dan ook duidelijk naar voren gekomen, dat ook de ge- meenten, die voor verpleging van patiënten gebruik maken van het Diaconessenhuis te Haarlem, in ver- houding tot dat gebruik, dienen te delen in de garantie, welke door Haarlem is gegeven. Wij stemmen volkomen in met deze zienswijze en wij menen ook, dat de verhouding voor de verdeling van het risico, zoals door Haarlem voorgesteld, n.l. Haar- lem 6/10, Bloemendaal 1/10, Haarlemmermeer 1/10, Heemstede 1/10, Hillegom 1/20 en Zandvoort 1/20, alleszins redelijk is. Deze verdeling is gebaseerd op het aantal patiënten, dat in het Diaconessenhuis is opge- nomen geweest in de jaren 1947, 1948 en 1949. De voorwaarden, welke door burgemeester en wet- houders van Haarlem aan de garantie zijn verbonden, zijn zodanig gesteld, dat zonder de zelfstandigheid van het Diaconessenhuis teveel aan te tasten, het risico voor Haarlem en derhalve ook voor onze gemeente, zoveel

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 7