187 23 Mei 1950. In artikel 18 van de ..verordening op de heffing van straatbelasting" (raadsstuk 33) is het spreker opgeval- len, dat gesproken wordt van de Raad, Burgemeester en wethouders en van de Burgemeester. Spreker vraagt, of het noemen van Burgemeester en wethouders en van de Burgemeester hier geen doublure betekent, omdat de Burgemeester ten aanzien van deze belasting niet zelfstandig optreedt. De Voorzitter antwoordt op de laatste vraag, dat deze redactie op de gemeentewet steunt, waarin van drie bestuursorganen wordt gesproken. De heer Kamerbeek wijst er bij de „regelen artike! 122 gemeentewet" (raadsstuk 35) artikel 1, op, dat daarin het woord ,,lijdt" voorkomt. Hij vraagt wat dat betekent. In artikel 5 van deze verordening is voorts bepaald, dat het bedrag dat de ambtenaar hoogstens in kas mag hebben 4000.bedraagt. Spreker vraagt of dit een standaard-vertrouwens-maatstaf is. Voorts zal spreker trachten van artikel 9, de eerste alinea zonder veel adem te halen, te lezen. Hij acht dit artikel op zijn Haags geredigeerd. Hij verzoekt of het niet mogelijk is dit artikel iets duidelijker te stellen. De Voorzitter merkt op, dat de heer Kamerbeek het artikel iets duidelijker zou kunnen lezen. De heer Kamerbeek is het daarmede eens. Hij heeft het enigszins overdreven voorgelezen, Toch heeft hij het artikel viermaal moeten lezen alvorens de zin te begrijpen. Spreker verzoekt daarvan enige zinnen te maken. De tweede alinea van artikel 9 acht spreker ook te lang. Bij artikel 11 vraagt spreker, waarom in dit artikel de secretaris niet wordt genoemd, in afwijking met de redactie van artikel 6. De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder, zal naar beste vermogen trachten, de gestelde vragen te beantwoorden. Beginnende bij de vraag van de heer Mr. Pliester om overlegging van een opgave van die verordeningen waarvan burgemeester en wethouders hernieuwde vast- stelling niet nodig achten, zegt spreker naar aanleiding

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 10