wir
193 23 Mei 1950.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor
het onderwijs zich hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stem-
ming vastgesteld.
XVI. VOORSTEL CREDIET VOOR HET
INRICHTEN VAN EEN AANTAL
LOKALITEITEN TEN BEHOEVE VAN
PADVINDERSORGANISATIES.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de
gedrukte stukken onder volgno.
41. Crediet voor inrichten gebouwtje ten behoeve
van padvindersgroepen.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissies voor
openbare werken en het onderwijs zich hiermede kun-
nen verenigen.
Het verheugt de heer Mr. Zeelenbcrg te zien, dat de
padvinderij bij burgemeester en wethouders een goede
plaats in het hart inneemt. Dat zij bereid zijn om voor
de padvinderij bepaalde bedragen uit te leggen is ver-
heugend. De padvinderij neemt in de opvoeding van de
jeugd een belangrijke plaats in, waarom van gemeente-
wege het verkennerswerk gelegenheid moet worden
gegeven haar werk te verrichten. De gebouwtjes krij-
gen hierdoor mede een goede bestemming.
De heer Mr. van Wijk kan op zichzelf het voorstel
van burgemeester en wethouders ondersteunen. In
tegenstelling met de heer Mr. Zeelenberg, die dit alles
zeer mooi vindt, heeft spreker toch wel enig bezwaar.
Spreker vindt het n.l. in het algemeen niet op de weg
van de gemeente liggen om voor verenigingen iets te
doen anders dan door middel van het verlenen van sub-
sidie. Het moet zo zijn, dat de gemeente gebouwtjes
opknapt als zij dat waard zijn, waarna ze desgewenst
aan een vereniging worden afgestaan. Het is naar spre-
kers mening onjuist om besluiten te nemen waarin tot
uitdrukking komt, dat de gemeente voor die en die
vereniging dat en dat gaat doen. Dat moet de gemeente
niet doen. Dat is subsidiëren langs een omweg, terwijl
subsidiëring langs de gewone weg dient te geschieden.
Z.i. is dan ook het besluit onjuist geredigeerd. Hierin