235
29 Juni 1950
zelf met deze zaak heeft bemoeid of dat de heer Cap-
tein zich tot de Grondkamer heeft gewend.
De Voorzitter zegt, dat dit laatste het geval is.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder
antwoordt, dat de zaak ligt in de lijn, zoals door de
heren Keijnders en Zegwaart is ontwikkeld In de
raadsvergadering van 16 Januari 1950 werd besloten
aan Captem te verpachten een perceel bloembollenqrond
ter grootte yan 1280 R.R. voor f 1280,- per jaar. Deze
huur werd door Captein geaccepteerd. Daarna is hij aan
Saan tornen en heeft zich tot de Grondkamer
gewend om vermindering van pacht te krijgen. Zonder
e gemeente in deze zaak te horen en na eenzijdig ter
plaatse te zijn ingelicht, werd de huur door de Grond-
kamer vastgesteld op f 0.85 per R.R. Persoonlijk heeft
spreker de secretaris van de Grondkamer er op qc-
attendeerd dat în deze zaak twee partijen waren, die
bij verschil van zienswijze beiden gehoord hadden be-
horen te worden. De secretaris van de Grondkamer
eeft niet ontkend, dat hier niet juist is gehandeld, maar
er was nu niets meer aan te doen. Het is inderdaad
moeihjk om van een eenmaal gegeven taxatie later een
atwijkende taxatie te geven. De behandeling van de
zaak door de Grondkamer was echter niet juist. Indien
zaa* van 9ro°t belang was geweest, zouden burqe-
meester en wethouders in appêl hebben kunnen gaan
oij de Centrale Grondkamer, maar omdat het hier een
kwestie yan betrekkelijk weinig financieel belang betrof
hebben burgemeester en wethouders dit nagelaten De
wqze van handelen door de pachter heeft burgemees-
ter en wethouders wel aanleiding gegeven om de ge~
ele zaak nog eens nader te onderzoeken, waarbij zij
tot de conclusie zijn gekomen, dat er ten deze aanlei-
dmg 1S om nu rekening te houden met de kadastrale
grootte van het terrein, zijnde 1350 R.R. in plaats van
met de beteelde oppervlakte van 1280 R.R.
Naar het oordeel van burgemeester en wethouders
behoorde de pacht voor deze grond f 1.50 per RR
te bedragen, terwijl nu, door het gebrekkige onder-
oud slechts 0.85 per R.R. kan worden verkreqen,
waarbij komt, dat degene die de oorzaak is van de min-
dere waarde van de grond, zelf vermindering van pacht
heeft gevraagd.