243
29 Juni 1950
Het totaal aantal gevallen, waarin woonruimte qezocht
wordt, bedraagt 396. Daaronder bevinden zich 79 min-
der geschikte samenwoningen en 38 zeer urgente qe-
vallen, die binnenkort geholpen moeten worden.
De aanvragen, waarvan de huur bekend is, onqeacht
het aantal gezinsleden, bedragen:
voor woningen tot f 20,— huur per maand 7.2
25-— 34.1%
- 30— 22.5
35-~ 5.8
40— 8.3
- -50-— 12.7%
hoger
dan 50.9 4 <y0
Hieruit bhjkt, dat het meeste behoefte bestaat aan
arbeiders- en kleine middenstandswoningen. Spreker
wd er nog op wijzen, dat niet alle samenwoningen be-
kend zijn, zodat het aantal nog wel hoger zal liggen dan
ae cijters die burgemeester en wethouders ter beschik-
king staan.
De heer Mr. Zeelenberg dankt voor deze gegevens
opreker mag aannemen, dat de beschikbare woonruimte
uitgekamd is. Vaak wekt het de indruk, dat dit met
woningen van de zgn. „dure groep" niet het geval is.
Dergelijke woonruimte toe te wijzen aan arbeidersqe-
zinnen met kinderen is wel aanlokkelijk, maar dan rijst
e vraag of zij zich daar wel op hun plaats zullen qe-
voelen en de huur zullen kunnen betalen.
De Voorzitter zegt, dat op dit terrein veel voetanqels
en kiemmen liggen waarop men slechts zeer voorzichtiq
voorwaarts kan gaan. Dit behoeft niet in te sluiten dat
burgemeester en wethouders zullen berusten.
De heer Mr. Pliester wijst er op, dat naar aanleidinq
van de laatste viering van Koninginnedag van ver-
schillende zijden veel critiek is geleverd. Spreker had
deze zelf met, omdat hij het toneelspel niet ongeslaaqd
vond. Omdat echter de critiek van allerlei zijden kwam
meent spreker, dat het in het vervolg aanbeveling zal'
verdienen, indien voor die dag een bewust plan wordt
opgezet en dit niet alleen wordt overgelaten aan de
commissie Koninginnedag.