225 29 Juni 1950 van één ambtenafenreglement voor ambtenaren en werklieden. De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder, antwoordt, dat dit punt nog een onderwerp van over- weging bij burgemeester en wethouders uitmaakt. Spre- ker kan dus nog geen eindresultaat mededelen. Wel verwacht spreker dat daarover binnenkort weder een bespreking in de vergadering van burgemeester en wet- houders zal worden gehouden. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stem- ming vastgesteld. VII. GENEESKUNDIG SCHOOLTOEZICHT. Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 5K Geneeskundig schooltoezicht. De heer Mr. Dr. van Bruggen stelt allereerst de vraag, of het geneeskundig schooltoezicht een zaak rroet zijn van samenwerking van gemeenten. Spreker îs het daar mede eens. Evenmin is hier in geding de vraag naar de wenselijkheid van dit schooltoezicht. Daarover zijn wij het eveneens eens. Waar het over gaat is de concrete regeling die thans aan de orde is. Het betreft hier een novum, omdat voor het eerst de Wet gemeenschappelijke regelingen van 1 April 1959, Staatsblad K 120, wordt toegepast en krachtens deze een nieuw orgaan wordt ingesteld. Tot hiertoe kan spreker burgemeester en wethouders volkomen vclgen. Met de toepassing van de genoemde wet is z.i echter enige voorzichtigheid geboden en wel hierom, omdat in deze wet door haar algemene bewoordingen wel delegatie van bevoegdheid wordt mogelijk gemaakt, maar deze niet verplichtend is gesteld. Bij spreker rijst de vraag in hoeverre de delegatie van bevoegdheder zoals deze in de voorliggende verordening tot uitdruk- king komt, al dan niet nodig is. Als voorbeeld wijst spreker op artikel 7, 2e lid, lui- dende: ,,Aan de secretaris-penningmeester wordt' een vaste jaarlijkse vergoeding toegekend, waarvan het bedrag door de commissie van beheer wordt bepaald Uit budgetair oogpunt heeft spreker tegen een der- gelijke bepaling bezwaar. Dat de commissie van beheer

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 6