29 Juni 1950
228
hij uit hoofde .van zijn werkkring, ook in andere ge-
meenten deze figuur is tegengekomen. Ten tijde dat
deze verordening in eerste aanleg werd vastgesteld,
was er geen commissie van overleg, zodat deze be-
paling toen niet in de verordening is opgenomen. Nu de
toestanden echter weer normaal zijn, zou spreker het
wel op prijs stellen, indien ook deze instructies het ge~
organiseerd overleg zouden passeren.
Bij artikel 13, le lid, luidende: ,,Ter bestrijding van
de kosten van de schoolartsendienst, ten laste der ge-
meenten komende, dragen de aangesloten gemeenten bij
naar verhouding van het aantal inwoners, overeenkom-
stig de laatstelijk door het Centraal Bureau voor de
Statistiek gepubliceerde gegevens betreffende de bevol-
kingscijfers", heeft spreker zich afgevraagd, of dit wel
het juiste criterium voor verdeling der kosten is. Spre-
ker oppert het idee, dat ook gewerkt zou kunnen wor-
den naar verhouding van het aantal schoolgaande kin-
deren, omdat dit hem billijker voorkomt.
Overal waar in de artikelen van deze verordening
verwezen wordt naar art. 5, 2e lid, zou spreker dit wil-
len handhaven en dan art. 5, 2e lid willen aanvullen
met ,,en de raad".
De heer Dr. Brongersma zegt, dat in artikel 16 is
bepaald, dat door de commissie elk jaar een begroting
van inkomsten en uitgaven van het volgend jaar wordt
opgemaakt, alsmede een memorie van toelichting. Spre-
ker heeft echter nergens kunnen vinden hoe deze begro-
ting wordt goedgekeurd. Indien er een bepaling wordt
opgenomen, dat de betrokken gemeentebesturen de be-
groting moeten goedkeuren, dan is sprekers bezwaar
weggenomen.
In het algemeen wil spreker nog opmerken, dat de
raad voorzichtig moet zijn met het al te zeer aan banden
leggen van deze commissie van beheer. Internationaal
ziet men hoe weinig men geneigd is om van de eigen
souvereiniteit iets uit handen te geven, met als gevolg,
dat de in het leven geroepen instanties te weinig arm-
slag en autoriteit hebben om hun taak naar behoren te
vervulllen. Zo ook ziet spreker de verhoudingen hier
tussen de raad en de commissie van beheer. Hij is er
dan ook voor, de commissie niet al te zeer aan banden
te leggen maar haar voldoende armslag te geven. Er