28 September 1950.
316
de bouwerij omhoog zal moeten, zelfs naar 6 of 7 ver-
diepingen, zoals b.v. in Denemarken gebeurt.
De heer Van Lent, wethouder, antwoordt, dat ook
hier het kostenvraagstuk meespreekt. omdat het bouwen
in b.v. drie woonlagen duurder is dan normale bouw.
Bouwt men meer dan drie woonlagen, dan zijn boven-
dien liften nodig. In het concept uitbreidingsplan is
echter met hoogbouw rekening gehouden.
De heer Mr. Zeelenberg wijst er op, dat er echter ook
andere bezwaren zijn. Zo zal er als het bouwen zo door-
gaat en nog toeneemt, binnenkort geen bouwterrein
in het land meer gemist kunen worden. Bij dit bouw-
tempo wordt in 10 jaar tijd een oppervlakte ter grootte
van de Wieringermeer aan grond opgesoupeerd.
Voorts verzoekt spreker burgemeester en wethouders
contact op te nemen met de N.Z.H.V.M. voor het
plaatsen van een wachthuisje voor busp'assagiers, aan
de Rijnstraat. Spreker vermoedt dat er nog wel huisjes
zullen zijn die niet gebruikt worden.
De heer Van Lent, wethouder, antwoordt, dat de
N.Z.H.V.M. zich op het standpunt stelt, dat het plaat-
sen van wachthuisjes een zaak is die de gemeenten aan-
gaat.
De Voorzitter wil er ten slotte op wijzen, dat de
rondvraag deze keer wel wat is gederailleerd. Men
moet de rondvraag n.l. zien als een gelegenheid om vra-
gen te richten tot burgemeester en wethouders of de
voorzitter. Nu zijn er echter een soort algemene be-
schouwingen gehouden, welke ook weer anderen tot
debat uitlokken. Spreker zou er op aan willen dringen
dat, indien men een bepaald onderwerp naar voren wil
brengen, de leden dit een paar dagen te voren bij hem
indienen, waardoor dan tevens verkregen zal worden,
dat een gemotiveerd antwoord kan worden gegeven.
De heer Mr, Dr. van Bruggen kan zich daarmede vol-
komen verenigen. Spreker vraagt of mogelijk overge-
gaan zou kunnen worden tot het instellen van het recht
van schriftelijk vragen stellen met schriftelijke beant-
woording. Er zou dan bij belangrijke vragen een apart
agendapunt van gemaakt kunnen worden.