293 28 September 1950.
Spreker wijst dan op de uitstekende gedachte die
achter dit voorstel van burgemeester en wethouders
zit. Het staat gelukkig vast, dat de opvoeding van het
kind een zaak van de ouders is. Voor de overheid is
het echter ook van belang, dat alle onderwijs op een
zo goed mogelijk peil staat. Het mag echter nooit voor-
komen, dat op grond van financiele oorzaken de ouders
in de keuze van onderwijs voor hun kinderen worden
beïnvloed. Ten opzichte van het lager onderwijs ligt
dit principe vast in de Orondwet. Nu het middelbaar
en voorbereidend hoger onderwijs toegankelijk is voor
een grote menigte, ligt de zaak zo, dat het ook de taak
van de overheid is, te zorgen, dat ook voor dit onder-
wijs de ouders niet om financiele redenen een andere
keuze van school doen dan zij in vrijheid gedaan zou-
den hebben. Het Rijk geeft voor deze bijzondere scholen
geen volledige bijdrage. Spreker juicht het daarom toe,
dat het gemeentebestuur hier een taak ziet. Deze scho-
len worden door een groot aantal leerlingen uit Heem-
stede bezocht. Spreker is daarom dankbaar voor dit
voorstel en heeft er met grote erkentelijkheid kennis
van genomen, Hij hoopt dat het met algemene stem-
men zal worden aanvaard.
Dit is dan het goede denkbeeld dat ons heeft be-
reikt.
Spreker acht het voorts redelijk, dat niet geëist mag
worden, dat de schoolgeldplichtigen lid van een ver-
eniging zullen worden. Spreker acht dit voor het bij-
zonder confessioneel onderwijs vanzelfsprekend, omdat
daaraan een bepaalde richting ten grondslag ligt. Aan
de andere kant zijn de scholen toegankelijk voor allen.
Het schoolgeld voor het bijzonder en openbaar mid-
delbaar onderwijs is gelijk. De moeilijkheid zit in de
kwestie, dat voor bepaalde uitgaven door de bijzondere
scholen te doen en die niet voor rijkssubsidie in aan-
merking komen, door de schoolbesturen van de ouders
een bijdrage wordt gevraagd. Spreker kan zich inden-
ken dat de besturen deze bijdrage nodig hebben. Zo
is het b.v. voor het godsdienstonderwijs, wil het goed
geoutilleerd zijn, nodig, dat met afbeeldingen en ma-
quettes wordt gewerkt. Zo kan het ook voorkomen dat
b.v. een H.B.S. A tot deze regeling komt, indien men
het noodzakelijk zou achten om het vak Spaans in het