323
26 October 1950
sportparken. Nu is het voorgekomen, dat b.v. de stich-
ting Heemsteedse Sportparken anders over een bepaal-
de zaak dacht dan de wethouder, die politiek verant-
woordelijk is. Spreker zag daarom dit artikel graag zo
gewijzigd, dat de voorzitter van deze stichting wordt
benoemd uit het college van burgemeester en wethou-
ders, waarvoor spreker de toezegging van burgemeester
en wethouders vraagt of dat burgemeester en wethou-
ders toezeggen, dat zij hierop bij de behandeling van
de begroting zullen terugkomen.
De Voorzitter merkt op, dat het hier een formele wij-
ziging betreft. Dit besluit kan niet tot de behandeling
van de begroting worden aangehouden, omdat het be-
sluit van '- 6 Juli 1942, no. 30 dan per 1 December 1950
is vervaiien. Spreker wil gaarne toezeggen, dat deze
kwestie bij de begrotingsbehandeling in debat kan
worden gebracht.
De heer Mr. Pliester zegt, dat zijn eerste gedachte,
toen hij dit voorstel zag, was, dat als iets moet ver-
vallen van wat uit de bezettingstijd dateert, het wel dit
besluit was. De raad zit hier niet om de zaak alleen
formeel te bekijken, maar wel degelijk ook materieel.
Spreker is het dan ook eens met de mening van de heer
Reijnders, dat het juist is, dat bij gelegenheid van het
opnieuw vaststellen van dit besluit, wijzigingen kunnen
worden aangebracht. Wel acht spreker het niet juist,
dat, zoals de heer Reijnders wenst, de aanwijzing van
de voorzitter geschiedt in de persoon van de wethouder
voor de sportzaken, omdat hij het niet goed acht, dat
burgemeester en wethouders op dit punt gebonden zijn.
Het is spreker opgevallen, dat burgemeester en wet-
houders in hun voorstel hebben gehandhaafd, dat de
secretaris-penningmeester tevens lid van het bestuur is,
welke functie wordt uitgeoefend door de directeur van
de sportparken. Dit acht spreker een zuiver principiële
kwestie. Hij heeft altijd meegemaakt, dat een secretaris,
als hij voor zijn werk vergoeding geniet, geen stem in
het bestuur heeft. Spreker noemt deze figuur een oor-
logsverschijnsel. Toen b.v. in de provincie Noordhol-
land de N.S.B.'ers de macht kregen, hebben zij onmid-
dellijk de secretarissen van de verschillende commissies
tot lid van de besturen benoemd. Daarmede bereikten
zij, dat in de commissies ambtenaren zitting kregen, die