108 30 November 1950.
Zij exploiteert daartoe een bank onder dagelijkse lei-
ding van een directeur als gemeentelijke geldschietbank
in de zin van de Geldschieterswet en als gemeentelijke
bank van lening in de zin der Pandhuiswet 1910 (S.
321).
Artikel 3.
Voor de regeling van de exploitatie der Volkscrediet-
bank, alsmede ter voldoening aan het bepaalde in de
artt. 3, 4 en 5 van de Geldschieterswet en in de artt. 3, 4
en 5 van de Pandhuiswet 1910 (S 321) stelt de Raad
van Bestuur een reglement vast.
Artikel 4.
De Raad van Bestuur bestaat uit zoveel leden als
gemeenten tot deze regeling zijn toegetreden.
Het bestuur van elke gemeente benoemt één lid en
een plaatsvervangend lid. Een plaatsvervangend lid
treedt bij verhindering van het lid in diens rechten en
functies.
Artikel 5.
Voorzitter van de Raad van Bestuur is het door het
bestuur der gemeente Haarlem benoemde lid.
De Raad van Bestuur benoemt uit zijn midden twee
leden, die met de voorzitter het dagelijks bestuur vor-
rn.en. De Raad van Bestuur benoemt een secretaris en
stelt diens bezoldiging vast. De secretaris moet zijn
woonplaats hebben in de gemeente Haarlem. Ongeacht
het bepaalde in het huishoudelijk reglement met betrek-
king tot het houden van hoofdelijke stemming in de
Raad van Bestuur of het dagelijks bestuur, beslist bij
staking der stemmen de stem van de voorzitter.
Artikel 6.
De Raad van Bestuur is belast met het bestuur van
de Volkscredietbank voorzover dat niet bij deze ge-
meenschappelijke regeling is opgedragen aan het dage-
lijks bestuur.
Artikel 7.
Onverminderd het overigens in deze gemeenschappe-
lijke regeling bepaalde en behoudens het bepaalde in
-aBflwwBafe