108 30 November 1950.
een nader overeen te komen jaarlijkse huursom, ten
behoeve van de Volkscredietbank een gebouw ter be-
schikking. De zich bij de aanvang van deze regeling in
het gebouw van de gemeentelijke bank van lening be-
vindende inventaris, in gebruik bij die bank, wordt in
gebruik aan de Volkscredietbank afgestaan, doch blijft
eigendom van de gemeente Haarlem.
Artikel 13.
In het verlies van de Volkscredietbank dragen de
tot deze gemeenschappelijke regeling toegetreden ge-
meenten jaarlijks bij naar verhouding van het totaal-
bedrag der aan inwoners van elk dier gemeenten in het
jaar, waarop het verlies betrekking heeft, verleende
credieten.
De uitkering van een bedrijfsoverschot geschiedt
naar dezelfde verhouding. De betaling door of de uit-
kering aan de gemeenten geschiedt binnen een maand
na vaststelling van de winst- en verliesrekening.
Artikel 14.
Jaarlijks vöör 1 Juni stelt de Raad van Bestuur een
door de directeur opgemaakt verslag van de toestand
en de exploitatie van de Volkscredietbank over het
afgelopen jaar vast.
Jaarlijks vôör 1 Juli stelt de Raad van Bestuur voor-
lopig vast de balans van de bezittingen en schulden op
31 December van het afgelopen jaar en een winst- en
verliesrekening over het afgelopen jaar en zendt deze
ter vaststelling aan Gedeputeerde Staten der provincie.
Jaarlijks vöôr 1 September stelt de Raad van Bestuur
een door de directeur opgemaakte begroting voor het
volgend jaar vast en zendt deze ter goedkeuring aan
Gedeputeerde Staten der provincie. Het dagelijks be-
stuur zendt een exemplaar van deze stukken terstond
aan de tot de regeling toegetreden gemeenten.
Artikel 15.
De voorlopige vaststelling van de balans en winst-
en verliesrekening bedoeld in art. 14 geschiedt niet, dan
nadat deze stukken zijn onderzocht en daarover rapport
is uitgebracht door de afdeling verificatie van de ge-