110 30 November 1950. bakken of op een particulier erf ver- blijven, worden door de politie opge- vangen en, indien zij binnen 3 X 24 uur na de opvanging niet zijn terug- gehaald, afgemaakt. 3e. Is de eigenaar van de hond bij de politie bekend en in de gemeente aan- wezig of vertegenwoordigd, dan wordt hem of zijn vertegenwoordiger van de opvanging kennis gegeven en zelfs indien de bovengestelde termijn reeds mocht zijn verstreken, niet eerder tot afmaking overgegaan, dan 24 uren na- dat de kennisgeving is uitgereikt. 4e. Teruggave van de hond kan slechts geschieden tegen gelijktijdige betaling van de kosten van onderhoud. Artikel 54b. De eigenaar en de houder van een hond zijn verplicht te zorgen, dat dit dier geen schade aanricht; a. in een der aan de gemeente toebehoren- de bloemperken, beplantingen, gazons of speelterreinen; b. in een kennelijk van de openbare weg afgescheiden particuliere tuin, waar- van die eigenaar of houder geen recht- hebbende is. b. te wijzigen door het 4e lid van artikel 149f te laten vervallen en in de plaats daarvan vast te stellen een nieuw 4e lid, luidende: ,,Burgemees- ter en wethouders kunnen van het in het tweede lid gestelde ontheffing verlenen". Gedaan ter openbare raadsvergadering van 30 November 1950.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 49