112
28 December 1950.
4e Afd.
VERORDENING OP DE HEFFING EN
INVORDERING VAN VERGUNNINGS- EN
VERLOFSRECHT.
De raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 13 December 1950;
Gelet op de Drankwet 1931 Stbl. 476 en op de Ge-
meentewet:
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende
Verordening op de heffing en de invordering
van het vergunningsrecht en het verlofsrecht
in de gemeente Heemstede.
Artikel 1.
1. Het vergunningsrecht voor de verkoop van sterke
drank in het klein, krachtens een volledige vergunning,
een tapvergunning, een slijtvergunning of een sociëteits-
vergunning, bedraagt jaarlijks twaalf gulden vijftig cents
voor elke vijftig gulden huurwaarde of een gedeelte
daarvan, die de localiteit, in verband met de omzet van
sterke drank in het bedrijf, waarvoor de vergunning
strekt, kan geacht worden te bezitten met dien ver-
stande, dat het recht niet lager dan 40 gulden zij.
Het recht wordt met vijftig ten honderd verminderd
voor de localiteiten, die gedurende het jaar, waarvoor
het vergunningsrecht verscnuldigd is, voor het publiek
gesloten zijn tussen Zaterdagavond zes uur en Maan-
dagmorgen acht uur. De houder der vergunning legt
vôör de betaling van het vergunningsrecht aan burge-
meester en wethouders een mededeling, betreffende
deze omstandigheden over.
2. Indien een vergunning wordt verleend voor een
nieuw bedrijf, is voor de eerste maal een vergunnings-
recht van honderd zeventig gulden verschuldigd.
3. Het vergunningsrecht voor een hotelvergunning
bedraagt jaarlijks f 45.of zoveel minder als op de
grondslag van het aantal der in het hotel beschikbare