- _"vV 28 December 1950. Artikel 5. 1. Tegen de aanslag in het vergunningsrecht kan de belanghebbende bezwaren inbrengen overeenkomstig het bepaalde in artikel 299 der Gemeentewet. 2. Indien bij onherroepelijk geworden beslissing de aanslag is verminderd, wordt het te veel betaalde binnen een maand aan de belanghebbende teruggegeven. 3. Indien bij onherroepelijk geworden beslissing de aanslag is verhoogd, wordt het bedrag vöör het einde van het vergunningsjaar betaald. Artikel 6. Indien de houder van een vergunning of van een verlof A bij schriftelijke, door hem ondertekende ver- klaring daarvan afstand doet, worden van het betaalde vergunnings- of verlofsrecht aan de houder op zijn verzoek zoveel vierden teruggegeven, als het aantal kwartalen bedraagt, waarin van de vergunning of van het verlof geen gebruik wordt gemaakt. Gelijke terug- gave geschiedt aan de rechtverkrijgenden, indien de vergunninghouder of de verlofhouder overlijdt en het bedrijf niet ingevolge artikel 27, tweede lid, of artikel 46, vierde lid der Drankwet 1931, Stbl. 476 wordt voort- gezet; indien de overschrijving van de akte der vergun- ning of het verlof ten name van de overlevende echt- genoot of een der kinderen van de overleden vergun- ninghouder of verlofhouder na 30 April wordt ge- weigerd en deze vôör die dag het vergunnings- of verlofsrecht heeft betaald, alsmede indien het besluit, waarbij de vergunning of het verlof is verleend. door de Kroon is vernietigd. Artikel 7. De invordering van het vergunningsrecht en het verlofsrecht geschiedt door de gemeente-ontvanger. Artikel 8. De betaling van het recht geschiedt in één termijn, aan de gemeente-ontvanger, tegen uitreiking van een kwitantie. De uitreiking van de kwitantie blijft achter- wege, indien de betaling geschiedt door middel van overschrijving op de postrekening van de gemeente- ontvanger.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 4