10
25 Januari 1951.
11. Beschikbaarstelling gedeelte van Groenendaal
voor bloemententoonstelling en verlenen subsidie
aan deze tentoonstelling „Flora 1953'
De heer Mr. Dr. van Bruggen heeft dit voorstel van
burgemeester en wethouders met waardering ontvan-
gen. Spreker weet, dat hier geen onbelangrijk risico in
zit. Als b.v. het regenweer van de afgelopen zomer zich
herhaalt, dan zou het kunnen zijn, dat de tentoonstelling
geen succes wordt. De vorige tentoonstelling leeft nog
voort in onze herinnering. Deze is een mooie reclame
voor onze gemeente geweest. Door het weder houden
van deze tentoonstelling in onze gemeente wordt Heem-
stede meer of minder als centrum van de bloembollen-
streek erkend. Dit beschouwt spreker als zeer belang-
rijk. Spreker neemt aan, dat verschillende belastingen
een compensatie zullen vormen voor het te brengen
offer. Ook de te verwachten toeneming van de bedrij-
vigheid voor de handeldrijvende middenstand acht
spreker van grote betekenis. Hij heeft dan ook geen
enkel bezwaar om risico te nemen. Er zijn nu eenmaal
goede en kwade kansen. Het zou z.i. onjuist zijn als de
raad burgemeester en wethouders in hun voorstel niet
volgde. Spreker hoopt, dat de 3e Flora in deze gemeen-
te even gunstig moge verlopen als de vorige.
De heer van der Linden kan zich met het voorstel
van burgemeester en wethouders verenigen. Spreker
vraagt of de tegenwoordige huurders van het voor de
tentoonstelling benodigde terrein schadeloos worden ge-
steld of elders terrein toegewezen kunnen krijgen.
De Voorzitter antwoordt, dat hij dit nog niet defini-
tief kan zeggen, omdat dit nog een punt van bespreking
in het college van burgemeester en wethouders uit-
maakt. Burgemeester en wethouders pogen hiervoor
een oplossing te vinden.
De heer Mr. van Wijk sluit zich aan bij de vorige
sprekers. Hoewel misschien enigszins prozaisch, moet
spreker hierbij toch de kwestie van de financiën ter
sprake brengen. Zo is in art. 3 onder b de voorwaarde
gesteld, dat na afloop van de tentoonstelling een reke-
ning en verantwoording wordt overgelegd. Alsdan zal
het kunnen voorkomen, dat wordt nagekaart over de
vraag waaruit een eventueel verlies is voortgekomen.