11
25 Januari 1951
Maar dan staan we voor de brokken. Spreker vraagt
daarom of het mogelijk is, dat de gemeente vooraf en
tijdens de tentoonstelling contrôle op het financieel be-
heer uitoefent. Wel is spreker geen voorstander van
het verbinden van zware voorwaarden aan deze sub-
sidie, maar dit moet ook niet ontaarden in een ander
uiterste, n.l. in het zo maar ter beschikking stellen van
de subsidie. Spreker vraagt of burgemeester en wethou-
ders reeds een begroting hebben gezien of dat deze nog
zal worden voorgelegd. Voorts zouden aan de gemeente
regelmatig overzichten van de gang van zaken dienen
te worden overgelegd.
De Voorzitter merkt op, dat een gedelegeerde van
het gemeentebestuur in het uitvoerend comité zitting
zal krijgen, die alle besprekingen zal kunnen bijwonen
en de belangen van de gemeente kan voorstaan. De heer
Mr. Bakhuizen van den Brink zal als zodanig optreden,
waarbij hij zich door een financiële deskundige zal
kunnen doen bijstaan. Een begroting is nog niet over-
gelegd.
De heer Ir. Kooijmans sluit zich aan bij het gespro-
kene door de heer van der Linden. Voor het afstaan
van het tentoonstellingsterrein zal aan de huurders z.i.
een schadevergoeding moeten worden gegeven. Het
terrein wordt aan Bloembollencultuur om niet ge-
geven. Spreker vraagt of burgemeester en wethouders
enig idee hebben wat dit kosten zal.
De Voorzitter antwoordt, dat door het Gemeente-
bestuur een voorlopige raming is opgezet, waarbij met
alle factoren rekening is gehouden. Het risico is niet zo
groot als enkele leden wel denken. Het vormt nog een
punt van overweging om een voorwaarde te stellen voor
het geval vanwege de internationale toestand, de Flora
niet zou kunnen doorgaan. Wie zal dan de onkosten
dragen? Men is doende na te gaan of dit risico door
verzekering kan worden gedekt.
De heer Ir. Kooijmans merkt op, dat door het toe-
kennen van een subsidie vari f 100.000.de Flora
weinig risico vormt voor de vereniging voor bloem-
bollencultuur.
De Voorzitter wijst er op, dat door de vereniging