1 Maart 1951.
35
meester en wethouders is opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgno.
12. Begrotingen 1951.
De Voorzitter stelt de leden eerst in de gelegenheid
tot het houden van
Algemene beschouwingen.
De heer Verhoeven zal ook ditmaal gaarne gebruik
maken van de gelegenheid om algemene beschouwingen
te houden bij de behandeling van de begroting dezer
gemeente voor het jaar 1951. Spreker zal daarbij een
enkel woord wijden aan de huidige economische om-
standigheden, omdat die niet nagelaten hebben hun
stempel ook op deze begroting te drukken. Zelfs een
leek in de zaken onzer gemeentelijke huishouding ont-
gaat het immers bij het beschouwen van het totale beeld
van deze begroting niet, dat burgemeester en wethou-
ders, en niet het minste de hen adviserende ambtenaren
met aan het hoofd daarvan onze verdienstelijke ge-
meentesecretaris en in het bijzonder de referendaris,
chef van de afdeling financiën, meer moeite hebben ge-
had om deze begroting nagenoeg sluitend te maken dan
in voorgaande jaren het geval is geweest.
Weliswaar is een deel van deze moeilijkheden te
wijten aan omstandigheden, die niet direct met de eco-
nomische omstandigheden te maken hebben en spreker
doelt hier op de nog steeds bestaande onzekerheid om-
trent de uiteindelijke verhouding tussen het rijk en de
gemeenten, maar voor een groot deel zijn het toch de
economische omstandigheden welke er de oorzaak van
zijn. dat deze begroting een minder vriendelijke aanblik
biedt dan die van voorgaande jaren, al mogen wij niet
klagen en is er een weinig hoop dat straks, wanneer
de rekening voor het jaar 1951 wordt opgemaakt, het
reservefonds, waaruit wij nu zekerheidshalve een be-
drag van f 30.000.hebben moeten putten, toch nog
niet zal behoeven te worden aangetast.
Ons land verkeert in een eigenaardige toestand.
Bnerzijds is de verlangde eenheid met de Benelux-
landen nog steeds geen feit geworden, al kun-
nen producten uit die landen, in de dagen
vöör Korea gedeeltelijk zelfs ten detrimente van
°nze eigen nijverheid, practisch vrijelijk worden