36 1 Maart 1951. ingevoerd, waartegenover geen gelijkwaardige invoer in die andere landen onzerzijds kan worden bereikt en men er zelfs hele protestmeetings op touw zet om onze invoer te weren, enerzijds zijn wij steeds degenen, die water in onze wijn moeten doen en bij het andere niveau moeten aanpassen, anderzijds is ons landelijk intern budget niet sluitend en zal nog verder van de even- wichtstoestand verwijderd raken wanneer zal blijken welke uitgaven er gedaan moeten worden om onze defensie tegen de groeiende Oosterse invloeden op een dusdanig peil te brengen, dat onze overzeese vrienden het de moeite waard achten om ons bij onze verdediging te helpen. De Marshallhulp zal worden stopgezet en in hoofdzaak worden gegeven aan die landen, welke gel- den voor defensie nodig hebben, terwijl ons land geen oorlogsindustrie van enige betekenis heeft en die ook niet kan hebben, omdat we de natuurlijke hulpbronnen er voor missen. Het enige waarin we van oudsher excel- leren is het bouwen van schepen en zijn mijn inlichtin- gen juist, dan zijn de krantenberichten die duiden op een beperking van onze marine, met de mededeling dat wij die niet behoeven te hebben, niet geheel van grond ontbloot. Het ligt niet aan onze arbeidsproductiviteit, m.a.w. onze arbeidsprestatie per eenheid van werk, want vol- gens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek is die arbeidsproductiviteit qua indexcijfer weer op vooroorlogs niveau, doch volgens die cijfers ligt het wel aan het totaal van ons werk, want ons totale werk, dus onze productieve kracht, ligt niet op vooroorlogs peil en dat als gevolg van tal van oorzaken, als daar bijv. zijn het onttrekken van een vrij groot getal militairen aan direct productieve arbeid. Mede ligt dit aan de nog steeds niet op behoorlijk peil liggen- de outillage van de nijverheid, waarvoor helaas nog steeds investeringen nodig blijven. In dit opzicht zijn we wel bij de ons omringende landen ten achter, on- danks de totale krachtsinspanning gedurende de arbeids- uren van onze nederlandse werkers. Onze uitvoer is stijgend, maar onze handelsbalans is niet sluitend, om- dat dat nooit het geval was en zal kunnen zijn. Het evenwicht op onze betalingsbalans is evenzeer zoek, hoewel die vroeger door ons verlenen van diensten en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 16