40
1 Maart 1951.
van steeds stijgende prijzen, waartegen de overheid,
doordat die stijging merendeels het gevolg is van oor-
zaken, die niet door haar beheerst worden, niet vol-
doende kan doen. Waar dit zo is, is het zeer wel moge-
lijk, dat projecten die wij menen te kunnen financieren
met de daarvoor gevoteerde middelen, niet met die be-
dragen kunnen worden bekostigd. Om een duidelijk
voorbeeld te geven, zou het wel eens kunnen blijken,
dat wij de wegen, die wij willen herstellen, niet voor
dat geld hersteld kunnen krijgen. Dat zijn de kwade
kansen, die een steeds stijgende grondstoffenmarkt
biedt. En nu zullen die prijzen als wij geen verder-
gaande inflatie krijgen, waarvoor God ons behoede,
misschien eens wel met stijgen ophouden, omdat bomen
niet in de hemel groeien, voor het jaar 1951 ziet spre-
ker aan die stijging nog geen einde komen als er geen
bijzondere dingen gebeuren en er een tweede Yalta.
maar dan van betere makelij, of een tweede Potsdam
van een eveneens beter gehalte komt. Dat zou de reke-
ning over het jaar 1951 wel eens zeer nadelig kunnen
beïnvloeden, omdat wij bepaalde herstellingen niet
kunnen beëindigen, net zo min als wij met een half ge-
knipt hoofd bij de kapper weg kunnen lopen.
En wat de ontvangstenkant betreft: daar is in de
eerste plaats de nog steeds hangende zaak van de ver-
houding tussen rijk en gemeente.
Spreker heeft te anderer plaatse reeds enige tijd ge-
leden gevraagd of er op het stuk van enig protest
tegen het aanhangige ontwerp van wet van de zijde
van burgemeester en wethouders ook initiatief te ver-
wachten was, in dezelfde vorm als van de raad der
gemeente Amsterdam was uitgegaan. Spreker meent,
dat dit bij de onzekere toestand waarin wij thans ver-
keren, nu de plannen van de overheid in verband met
de wending die de landszaken hebben genomen door
de defensieplannen, nog niet bekend zijn niet opportuun
meer is. Hij spreekt zelfs de bange vrees uit, dat het
potje van rechtmatig uit vroeger geheven belastingen
voor de gemeente terzijde gelegde gelden, misschien
wel eens helemaal niet meer tot uitkering zou komen.
Hij staat niet aan de zijde dergenen, die menen dat de
Minister van Financiën de gemeenten nu niet de ge-
legenheid tot het verteren van dit potje gaat geven, nu