44 1 Maart 1951. kanker voor onze zedelijke volksgezondheid. Spreker moge voorts het College van burgemeester en wethouders danken voor hun zeer uitgebreide nota van aanbieding van deze begroting, waarvan hij met grote waardering voor hetgeen hem aan nieuwe zaken en vormen geleerd werd, heeft kennis genomen. Hij spreekt de hoop uit, dat het ons gegeven moge zijn, onder Gods zegen, de rekening over 1951 tot een goed einde te brengen en goed sluitend te maken. De heer Mr. Zeelenberg kan zich in grote lijnen ver- enigen met het betoog door de heer Verhoeven gehou- den. Twee punten wil spreker nog naar voren brengen. In de eerste plaats valt het feit op, dat men zich bij het samenstellen van deze begroting op basis van de reali- teit heeft gesteld en het tekort heeft vermeld en niet verbloemd. Openlijk is voor de dekking van dit tekort uit de reserve geput. In de tweede plaats heeft men bij het doen van de verschillende ramingen de nodige zui- nigheid betracht. Dat is ook nodig, want blijkens de bij de begroting overgelegde urgentielijst, staan ons bin- nenkort grote kapitaalsuitgaven te wachten. Voor die uitgaven zal geld moeten worden geleend, wat er op neerkomt, dat die werken voor een groot deel worden uitgevoerd op kosten van het nageslacht, dat belast wordt met de betaling van rente en aflossing. Wanneer wij dit bezien in het zoveel grotere kader van 's lands financiën als geheel en daarbij bedenken, dat eigenlijk de financiën der gemeente geheel afhankelijk zijn, niet van gemeentelijke bronnen van inkomsten, maar van wat het rijk ons zal willen en kunnen geven, dan maant ons dit alles tot waarlijk zeer grote voorzichtigheid. Bedacht moet worden, dat de definitieve wettelijke regeling der verhouding tussen het rijk en de gemeenten op financieel terrein er nog steeds niet is. Wij moeten ook bedenken, dat 's rijks schatkist volkomen berooid is. Men mag de ogen voor de werkelijk zeer slechte financiële toestand niet sluiten. Wij rennen naar een verder gaande inflatie, waarbij wij gespaard mogen blijven voor ..hulp" van de bankbiljettendrukpers. Spreker staat sceptisch tegenover de verdeling van de f 278.000.000.welke als overschot van het gemeente- fonds nog te verdelen zouden zijn. Het kan best zijn, dat dit reserve-potje er in het geheel niet meer is. Wij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 24