60
1 Maart 1951.
ren, daarbij betogende, dat de voorsprong die de amb-
tenaren vroeger hadden in de vorm van pensioen en
sociale verzorging, nu is achterhaald. Dit is ook het
standpunt van burgemeester en wethouders en vormt
de reden voor burgemeester en wethouders om zoveel
mogelijk iedere gelegenheid die zich voordoet om de
positie van de ambtenaren te versterken en hen niet
bij anderen ten achter te doen staan, te gebruiken.
Spreker verheugt er zich over, dat de heer Verhoeven
daarbij ook gesproken heeft over de bovenbouw van
het ambtenarencorps. Te dien aanzien is duidelijk geble-
ken, dat van een voorsprong van de hogere ambtenaren
niet gesproken kan worden. Terugkomende op het zo
juist besproken agendapunt, wil spreker er nog eens op
wijzen, dat naar zijn oordeel, zoals de omstandigheden
nu liggen, elke gelegenheid die bestaat om de ambtena-
ren binnen de door het Rijk gestelde normen daarvan te
doen profiteren, niet onbenut dient te worden gelaten.
Spreker constateert verder, dat geen bepaalde critiek
op het beleid van burgemeester en wethouders is geuit.
Door de heer Mr. Dr. van Bruggen is nog gevraagd
naar de resultaten van het efficiency onderzoek. Hoe-
wel spreker meent, dat het in de bedoeling van de voor-
zitter ligt hierover nadere mededelingen te doen, kan
spreker al wel zeggen, dat het efficiency onderzoek veel
meer tijd vergt dan geraamd is. Wel is spreker bekend,
dat er al veel gebeurd is. Het onderzoek naar de secre-
tarie en de administratie van de bedrijven is reeds af-
gelopen. De technische zijde van de bedrijven is nog
niet onderzocht. De uitgebrachte rapporten zijn bij bur-
gemeester en wethouders in onderzoek, waarbij zij zich
beraden wat moet geschieden en eventueel moet worden
voorgesteld. Het ligt in de bedoeling van burgemeester
en wethouders aan de raad t.z.t. daarover nadere mede-
delingen te doen.
Naar aanleiding van het door de heer Mr. Dr. van
Bruggen gesprokene over de sportparken wijst spreker
er op, dat de sportzaken nu onder de burgemeester
ressorteren. Spreker zal over de sportparken dan ook
slechts spreken als wethouder van financiën. Hij heeft
er dan uit financieel oogpunt geen enkel bezwaar tegen,
dat de sportparken, na aftrek van de vermakelijkheids-
belasting en de afschrijvingen van de grond, ongeveer