1 Maart 1951.
77
Hierna wordt overgegaan tot de behandeling der
afzonderlijke begrotingen.
Begonnen wordt met de begroting van het
Gasbedrijf
voor 1951, op de gewone dienst aan baten en lasten
aanwijzend een totaal-bedrag van f 657.878.en op
de kapitaaldienst aan baten en lasten van f 823.400.
De heer Mr. Pliester wil een opmerking maken, die
de 3 bedrijven gezamenlijk betreft. Het is spreker n.l.
opgevallen, dat in de omliggende gemeenten de tarieven
voor gas zijn verhoogd. Hij vraagt waaraan het te dan-
ken is, dat dit in Heemstede nog niet het geval is.
Voorts merkt spreker op, dat de geraamde voor-
delige uitkomst op de bedrijfsbegrotingen winst wordt
genoemd. Indien men doordenkt, dan komt men echter
tot de conclusie, dat de bedrijfsuitkomsten geen winsten
in de gewone zin zijn. De f 175.000.winst, die voor
de 3 bedrijven wordt geraamd, zal blijken slechts b.v.
f 100.000.te zijn of minder. Spreker meent dan ook,
dat men, om een juister beeld van de zuivere winst te
kunnen krijgen, het nodig zal zijn indien men rekening
houdt met afschrijvingen naar vervangingswaarde.
Spreker zou dan ook gaarne zien, dat in de toekomst
een post ,,reserveop de begroting wordt gebracht.
Bovendien wijst spreker er ten aanzien van het winst-
cijfer op, dat ook de kans bestaat, dat er weer gas-
distributie komt, waardoor de winst beperkt zal worden.
De heer Zegwaart merkt op, dat de heer Mr. Pliester
heeft gezegd, dat er in deze gemeente geen tariefsver-
hoging heeft plaats gehad en hij heeft gelijk als men
alleen naar het bedrag kijkt, dat per M3 gas betaald
wordt. Men dient echter ook in ogenschouw te nemen
of de kwaliteit van het gas wel dezelfde is gebleven.
Zo heeft spreker sedert enige tijd een woning met een
bad, waarbij spreker ondervonden heeft, dat het de
laatste tijd erg moeilijk is om het badwater warm te
krijgen. Spreker heeft een installateur de geiser laten
schoonmaken, maar dit gaf geen verbetering, waarop
de installateur tot de conclusie kwam, dat het aan de
kwaliteit van het gas moest liggen. Spreker gelooft, dat
de man nog gelijk heeft ook. De conclusie, die daaruit
