78
1 Maart 1951.
getrokken kan worden is, dat er op die wijze wel een
tariefsverhoging heeft plaats gehad.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat de door
de heer Mr. Pliester ontwikkelde gedachte van reser-
vering niet past in de begrotingstechniek van de ge-
meenten. Het is n.l. gewoonte en alleszins verdedig-
baar, dat gemeente-bedrijven de kosten van hun instal-
laties door de verbruikers laten betalen. Zo zullen, in-
dien bepaalde voorzieningen in de jaren 19601990
nodig zijn, deze betaald moeten worden door de dan
levende generatie.
Burgemeester en wethouders zijn niet van plan met
een voorstel tot tariefsverhoging te komen, hoewel zij
wel bedacht zijn op de mogelijkheid daarvan. Indien een
prijsstijging van de kolen het behalen van de geraamde
winst in gevaar zou brengen, dan is dat een mogelijk-
heid, die tot prijsverhoging zou noodzaken.
Wat het gesprokene door de heer Zegwaart betreft,
merkt spreker op, dat het niet voldoende warm worden
van het badwater bij de heer Zegwaart toch aan zijn
geiser moet liggen. De calorische waarde van het gas
is wel lager dan vroeger, maar toch ook weer aanzien-
lijk hoger dan 2 jaar geleden. Deze opvoering van de
calorische waarde kost aan de gemeente duizenden
guldens.
De heer Mr. Pliester vindt het verleidelijk verder op
dit onderwerp in te gaan, hetgeen hij nu echter niet
zal doen. Hij hoopt dit evenwel bij een andere gelegen-
heid weer op te nemen. Spreker wil wel uitdrukkelijk
vaststellen van mening te zijn, dat als men potverteert,
men niet kan spreken van winst.
De heer Hopstaken staat aan de kant van de heer
Zegwaart in diens mening over de mindere kwaliteit
van het gas.
De heer Disselkoen, wethouder, wijst er op, dat de
calorische waarde van het gas thans 4100 is tegen
vroeger 3800.
De heer Verhoeven zegt, dat men in Heemstede-
West erg veel last heeft van de lage gasdruk.
De begroting voor het gasbedrijf wordt vervolgens
zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.