1 Maart 1951.
79
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde de behan-
deling van de begroting voor het
Duinwaterbedrijf
voor 1951, op de gewone dienst aan baten en lasten
aanwijzende een bedrag van 162.290.en op de
kapitaaldienst aan baten en lasten een bedrag van
236.100.—.
Deze begroting wordt zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
De Voorzitter stelt voorts aan de orde de begroting
voor het
Electriciteitsbedrijf
voor 1951, op de gewone dienst aan baten en lasten
aanwijzende een bedrag van 609.492.en op de
kapitaaldienst aan baten en lasten een bedrag van
763.500.—.
De heer Hopstaken herinnert er aan, dat bij de het
vorig jaar gehouden bespreking van de winkel- en be-
drijfstarieven, de wethouder heeft toegezegd, dat als
een tariefsherziening onder de loupe zou worden ge-
nomen, daarin ook de winkeltarieven zouden worden
betrokken.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat over-
eenkomstig de gedane toezegging de winkeltarieven zijn
bekeken. Er bestond echter geen aanleiding om deze
thans te verlagen. Enerzijds kunnen zij de vergelijking
met andere gemeenten zeker doorstaan, anderzijds is de
winst op de winkeltarieven minimaal. De heer Hop-
staken zal zeker niet wensen, dat aan de winkeliers
stroom beneden kostprijs wordt geleverd. Bij de huidige
kolenprijzen zal op verlaging van de winkeltarieven
niet mogen worden gerekend,
De heer Brink bepleit om bij een eventuele verhoging
van de tarieven de winkeltarieven apart te bekijken.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt dit toe.
De begroting voor het electriciteitsbedrijf wordt ver-
volgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.