1 Maart 1951. 83 Deze begroting wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De Voorzitter stelt voorts aan de orde de begroting voor het Reservefonds voor Bijzondere Doeleinden voor 1951, aangevende in inkomsten en uitgaven een bedrag van f 375.500. Deze begroting wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Daarna stelt de Voorzitter aan de orde de begroting voor het Gemeentelijk Badhuis voor 1951, aangevende in inkomsten en uitgaven een bedrag van f 13.100. De heer Reijnders zal bij deze begroting een onder- werp ter sprake brengen, dat mede geldt voor de be- groting voor de Stichting Heemsteedse Sportparken. Spreker zou n.l. gaarne zien, dat het voorzitterschap van de stichtingsbesturen wordt toebedeeld aan een lid van het college van burgemeester en wethouders, als delegatie van burgemeester en wethouders. Van de stichting Heemsteedse Sportparken is de heer ridder van Rappard voorzitter, waarbij het toevallig is, dat de heer ridder van Rappard tevens voorzitter van de raad is en van de stichting tot exploitatie van bad- en zwem- inrichtingen is de heer van Unen voorzitter. Dit is een toestand, die spreker niet bevredigt. Een delegatie van burgemeester en wethouders in deze stichtingsbesturen acht spreker geen ongewone figuur, omdat deze reeds overal bij de bouwverenigingen gevonden wordt. Het voordeel hiervan zou zijn, dat, indien de raad inzake het beleid van deze stichtingen iets wil weten, hij direct door burgemeester en wethouders kan worden inge- licht. De heer van der Linden vaart in hetzelfde schuitje van de heer Reijnders. Spreker vindt het een vervelende figuur, dat het tot nu toe zo is, dat, indien de raad b.v. iets omtrent tarieven van bad- en zweminrichtingen of de sportparken wil weten, burgemeester en wethouders

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 63