106
1 Maart 1951.
optreden. In vroeger jaren heeft men wel critiek op de
programma's uitgeoefend. Indien men echter op de toe
te kennen subsidie beknibbelt, acht spreker critiek ach-
teraf misplaatst. Spreker stelt dan ook voor deze post
met f 1000.te verhogen.
De heren Zegwaart en Verhoeven ondersteunen dit
voorstel.
De Voorzitter wil aan deze verhoging de voorwaar-
de verbinden, dat zij alleen gebruikt wordt indien zij
nodig is.
Mevr. van Nispen bepleit om vooral de in de ge-
meente aanwezige Indonesiërs in de volksspelen te
betrekken, omdat deze groep daarin uitblinkt door een
grotere behendigheid.
De Voorzitter zal deze suggestie doorgeven aan de
voorzitter van de commissie Koninginnedag.
De heer Reijnders geeft in overweging om post 472
,,Kosten verbonden aan een sport- en culturele uitwis-
seling met het buitenland" te schrappen en dit bedrag
bij de onderwerpelijke post te voegen.
De Voorzitter brengt hierna het voorstel van de heer
van Houten, aangevuld met de door hem gemaakte
restrictie, in stemming.
Het voorstel wordt met 126 stemmen aangenomen.
Tegen het voorstel stemden de heren van Hees, Hop-
staken, Mr. Pliester, Mr. Dr. van Bruggen, Ir. Kooij-
mans en Mr. van Wijk.
Volgno. 467. Subsidiën aan schouwburgen of muziek-
korpsen.
De heer Verhoeven merkt op, dat in de voorgaande
behandeling van de agenda het adres van de H.O.V.
tot verhoging van het gebruikelijke subsidie, reeds is
besproken. Spreker zou niet tegen dit verzoek zijn ware
het niet, dat de bestaande subsidie reeds een uiting van
good-will van de gemeente is geweest. Spreker is n.l.
van mening, dat iedere gemeente op cultureel gebied
haar eigen lasten moet dragen.