1 Maart 1951.
111
lenen van subsidie geoorloofd is. Spreker wil echter
nog wel met burgemeester en wethouders nagaan of een
nader onderzoek nodig is. Ook burgemeester en wet-
houders zijn van oordeel, dat het niet juist is mensen, die
het zelf kunnen betalen, indirect een douceurtje uit de
gemeentekas te geven. Aanvankelijk werd aan de ver-
enigingen een subsidie van f 1.gegeven voor elk
lid, wiens inkomen beneden een bepaalde grens lag.
Omdat het onderzoek hiernaar omslachtig en tijdrovend
was, is, nadat gebleken was dat het aantal leden met een
inkomen beneden die grens tussen 50 en 60 van het
totale aantal lag, gemakshalve een subsidie verleend van
f 0.60 per lid. Dit geschiedde uitsluitend uit practi-
sche overwegingen. Spreker zou dan ook, ter voor-
koming van rompslomp, in overweging willen geven
de bestaande gedragslijn te handhaven. Inmiddels is het
bedrag van f 0.60 tot /1.per lid verhoogd, omdat
alles duurder geworden is. Spreker heeft geen bezwaar
het rapport van de controleur der gemeente-financiën
aan de raad over te leggen. Hij hoopt, dat de heren Mr.
Zeelenberg en Mr. Dr. van Bruggen dan geen nieuw
onderzoek meer nodig zullen achten. Het geheel blijft
overigens een moeilijke materie. Burgemeester en wet-
houders dragen deze fondsen een warm hart toe. Spre-
ker herinnert aan hetgeen Mevrouw van Nispen heeft
gezegd over het overdragen van verantwoordelijkheid.
Laten wij uit ook ideële overwegingen daarom dit nut-
tige subsidie voteren voor het instandhouden van deze
fondsen.
De Voorzitter stelt voor het definitieve oordeel over
deze aangelegenheid op te schorten tot ieder heeft kun-
nen kennisnemen van het desbetreffende rapport van de
controleur der gemeente-financiën.
De heer Mr. Zeelenberg vraagt nog of alle leden de-
zelfde contributie betalen. Wanneer allen een lage bij-
drage betalen, dan worden de beter-gesitueerden be-
voordeeld ten koste van de minder-gesitueerden.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt dat het
rapport ook hierover een uitvoerige toelichting bevat.
De heer Zegwaart merkt op, dat deze fondsen ge-
sticht werden door arbeiders en dat deze toen blij