1 Maart 1951.
29
dat men om technische redenen niet langer verzekerd is.
Feit is, dat bij hoog en laag ziekte veel geld kost. Spre-
ker zou de heren, die tegen de regeling bezwaren heb-
ben, willen verzoeken daarvan af te stappen. Indien een
wettelijke regeling tot stand komt, dan zal daarin geen
loongrens worden opgenomen. Als het stellen van een
loongrens nu doorgang zou vinden, zal Heemstede de
enige gemeente zijn waar een dergelijke figuur voor-
komt. In 5 of 6 gemeenten, waar ook een loongrens
was vastgesteld, is men na een bespreking daarover
met de organisaties, daarop teruggekomen. Spreker is
geen regeling in den lande bekend waar een loonqrens
geldt.
De heer Mr. van Wijk zegt, dat noch de wethouder
noch de heer Zegwaart hem van mening hebben kunnen
doen veranderen. Spreker begrijpt nu waarom een
ziektekostenregeling gewenst is. De wethouder ziet n.l.
m het voorstel een kans om te komen tot verbetering
van de positie van de ambtenaren. Spreker is er voor
om de ambtenaren in een gelijkwaardige positie als de
werknemers in het particuliere bedrijf recht te doen.
maar niet om een bepaalde groep daarboven te doen
uitgaan. Indien men de zaak zo ziet, is er geen enkel
bezwaar tegen om het voorstel van de heer Mr. Dr. van
Bruggen te steunen.
De heer Mr. Zeelenberg wijst er op, dat uit de be-
sprekingen is gebleken, dat burgemeester en wethou-
ders overwegen om, indien later een landelijke regeling
te duur wordt voor het personeel, Heemstede daarbij
niet te doen aansluiten, maar een eigen regeling in het
leven te roepen. Spreker acht dit gevaarlijk en z.i. moet
een dergelijk systeem beslist ontraden worden. Zonder
nu college te willen geven over het verzekeringswezen,
wijst spreker er toch op, dat het principe van verzeke-
nng berust op het uitsmeren van het risico. In antwoord
op de uitgesproken vrees, dat de wettelijke regeling
wel eens te duur kan worden, merkt spreker op, dat
wat goed is, altijd duur betaald moet worden. Als'men
met allen gelijk deelt, is men altijd het beste uit. Spreker
Dmet de ideeën van de heren Mr. Dr. van Bruggen
en Reijnders instemmen. Als deze in een voorstel wor-
neergelegd, zal hij daar voor stemmen. Spreker