25 Aprîl 1951.
156
Hopstaken echter geen voorbarige hoop gelieve te put-
ten. Tegen deze suggestie rijzen bij spreker namelijk
wel bedenkingen die hij evenwel rustig wil overwegen.
De heer Reijnders beluisterende, dacht spreker oor-
spronkelijk dat de heer Reijnders er naast was, toen
deze de opcenten op de belastingen aanroerde, waarbij
spreker meende dat de opcenten op de gemeentefonds-
en vermogensbelasting werden bedoeld. Inmiddels heeft
spreker begrepen, dat de heer Reijnders op het oog had
dat de opcenten op de personele belasting in deze ge-
meente niet progressief geheven worden. Spreker zal
daar echter vanavond niet op ingaan.
In antwoord op het gesprokene door de heer Mr.
Pliester wijst spreker er op, dat gas en electriciteit on-
der de prijsbeheersing vallen. Het bericht van de rege-
ring, waarop de heer Mr. Pliester doelde, hield in,
dat de maximumprijzen van gas en electriciteit met 1
cent mochten worden verhoogd. Aan deze maximum-
prijzen zijn we echter in Heemstede nog niet toe. Zo
is de prijs voor gas na de voorgestelde verhoging 13
cent, terwijl 16/2 cent is toegestaan en voor electriciteit
zijn deze cijfers respectievelijk 23 cent en 24/ cent.
Van dag tot dag is nagegaan of de bestaande tarieven
konden worden gehandhaafd. Toen deze verhoging
van de kolenprijs los kwam en daarbij de laatste loons-
verhogingen moesten worden opgëvangen, konden de
oude prijzen niet worden gehandhaafd. Om aan de ge-
raamde winst te kunnen komen, moeten de tarieven
met 1 en 2 cent worden verhoogd, waarbij de raad voor-
al niet moet denken dat de tarieven hier hoog zijn.
Spreker wil hierbij naar voren brengen dat sinds 1920
de kolenprijzen niet zo hoog geweest zijn als nu. Toen
kostte het gas evenwel 22 cent en nu 13 cent, terwijl
de lonen lager waren. Zo verdiende een fitter een week-
loon van f 30.tot f 34.hetwelk nu pl.m. f 60.
bedraagt, terwijl het aanvangssalaris van de directeur
toen f 5200.bedroeg, tegen nu f 8700.Spreker
heeft deze cijfers genoemd om te laten uitkomen dat
burgemeester en wethouders ook nu nog blijven streven
naar een lage prijs. Hij is overtuigd dat dit de instem-
ming van de raad zal hebben en de raad buigemeester
en wethouders zal blijven volgen in hun prijzenpolitiek.
De heer Kamerbeek vraagt, wat het verlies geweest