45
28 Juni 1951.
de ambtenaren wier betrekking naar het oordeel van
burgemeester en wethouders als nevenbetrekking is te
beschouwen, tenzij de ambtenaren meer dan één neven-
betrekking vervullen, en zij daarin, naar het oordeel
van burgemeester en wethouders, een volledige dagtaak
vinden, met dien verstande dat de gezamenlijke wedden
niet zullen stijgen boven 2544.— per jaar.
Artikel 15.
Het salaris van een ambtenaar, die de leeftijd van
21 jaar nog niet heeft bereikt wordt bepaald overeen-
komstig de „Algemene loonregeling jeugdig administra-
tief Rijkspersoneel".
Artikel 16.
Aan de ambtenaar, die belast is met het opmaken
der notulen van de vergaderingen van de raad wordt
daarvoor een vaste toelage toegekend van 40.per
vergadering.
Artikel 17.
De vergoeding voor het gebruik van eigen rijwielen
in dienst der gemeente wordt, voor zover niet in de
gemeente- of bedrijfsbegroting op een vast bedrag
bepaald, door burgemeester en wethouders geregeld,
na hierover het hoofd van de betrokken tak van dienst
te hebben gehoord, met dien verstande, dat deze ver-
goeding niet meer bedraagt dan 45.per jaar en
bij zeer intensief gebruik niet meer dan 60.— per
jaar.
Artikel 18.
De regeling der bezoldiging van tijdelijk aangesteld
of op burgerrechtelijke arbeidsovereenkomst aangenomen
personeel geschiedt door burgemeester en wethouders,
met dien verstande, dat, indien de aanstelling of aan-
neming plaats heeft in een der in artikel 2 genoemde
rangen, bij die aanstelling of aanneming geen lagere
bezoldiging mag worden toegekend dan het minimum
van de aan de betrekkelijke rang verbonden jaarwedde,
tenzij artikel 15 van toepassing is.