Artikel 21.
Indien de aanwijzing in art. 20 bedoeld slechts een
gedeeltelijke vervanging omvat, wordt het bedrag der
vergoeding door burgemeester en wethouders vast-
gesteld.
Artikel 22.
Verhoging van wedde gaat in op de eerste dag der
maand, waarin de aanspraak daarop is verkregen.
Toelagen voor het bezit van akten of diploma's worden
uitgekeerd met ingang van de eerste dag der maand,
volgende op die, waarin de ambtenaar de akte of het
diploma verkregen heeft.
Artikel 23.
Maandelijks wordt een twaalfde gedeelte der wedde
uitbetaald, verminderd met hetgeen de ambtenaar als
zodanig aan de gemeente schuldig is.
Artikel 24.
1. Behoudens het hieronder in dit artikel bepaalde,
wordt voor overwerk een tijdelijke vergoeding gegeven.
2. Deze vergoeding bedraagt het uurloon (salaris
gedeeld door het normale aantal werkuren per week
vermenigvuldigd met 50) verhoogd met 25%-
Voor overwerk na 10 uur 's avonds, 's nachts en op
de vrije Zaterdagmiddag wordt dit verhoogd met 50 °/0
voor werk op Zon- en Feestdagen met 100 °/0.
3. Aan een ambtenaar mag in een maand geen
meerdere hoeveelheid overwerk worden opgedragen,
dan recht geeft op beloning tot een bedrag van ten
hoogste 20 °/0 van zijn maandsalaris.
Indien buitengewone omstandigheden hiertoe nopen,
kan met voorkennis van het betrokken hoofd van
dienst van deze bepalingen worden afgeweken.
4. Geen beloning voor overwerk, berekend per uur,
wordt genoten door ambtenaren, die de leiding hebben
bij het verrichten van overwerk, of die zelfstandig
overwerk verrichten. Aan deze ambtenaren kan voor
overwerk een vergoeding worden toegekend, vast te
stellen door burgemeester en wethouders op voorstel
28 Juni 1951.