202 28 Juni 1951. voor niet eerst contact met de directeur te zoeken, maar onmiddellijk de noodzakelijke maatregelen voor 100 toe te passen. De Voorzitter wijst de heer Kamerbeek er op, dat diens vergelijking tussen het particuliere bedrijf en de gemeente mank gaat. Burgemeester en wethouders hebben de taak de besluiten van de raad voor te bereiden. Daarom achten zij overlegging van het efficiency-rapport aan de raad nu ontijdig, omdat zij eerst andere rapporten willen inschakelen en de controleur der gemeente-financiën hierin willen kennen. Dit is een recht van burgemeester en wethouders. Wel kunnen burgemeester en wethou- ders rekening houden met de gedane suggesties uit de raad. De heer Kamerbeek vraagt waar de voorzitter het zwaartepunt zoekt, bij de reglementaire macht of bij het practische nut, dat kan worden bereikt bij afwijking daarvan. Spreker is te veel practicus om zich door macht te laten onderdrukken. Het ware te wensen dat de gemeenten normen werden aangelegd, die bij particuliere bedrijven gebruikelijk zijn. De Voorzitter antwoordt, dat dit geen machtskwestie is. Burgemeester en wethouders menen, dat met het inwinnen van nadere rapporten macht en practisch effect worden gecombineerd. De heer Reijnders vraagt of het college bereid is nu al toe te zeggen of het efficiency-rapport geen aanleiding zal zijn, dat aan mensen leed zal worden gedaan. De Voorzitter zegt, dat juist daarom het aanbeveling verdient om het rapport nu niet ter visie te leggen. De heer Kamerbeek noemt dit beledigend van de voorzitter. In de arbeidersbeweging accepteert men de gevolgen van efficiency met een overgangsperiode. Bij de toepassing van efficiency komt men vanzelf tot uitschakeling van bepaalde arbeidskrachten. De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat men in vele kringen efficiency vol- komen verkeerd beoordeelt. Efficiency beoogt niet het uitschakelen van arbeidskrachten, maar men tracht daarmede te bereiken, dat allen zo goed en doelmatig mogelijk werken. Ook voor werknemers is het pleizierig efficient te werken. De Voorzitter sluit het debat over dit onderwerp. De desbetreffende ontwerp-besluiten worden vervolgens zonder hoofde- lijke stemming vastgesteld. X. BEGROTINGSWIJZIGINGEN. Model D no. 11 tot wijziging der gemeentebegroting 1950, aangevende voor de kapitaaldienst in inkomsten een vermeerdering van 1.781.971.05 en in uitgaven een vermeerdering van f 1.759.173.05. Model D no. 12 tot wijziging der gemeentebegroting 1950, aangevende voor de gewone dienst in inkomsten een vermeerdering van 233.771.54 en vermindering van f 1890..en in uitgaven een vermeerdering van f 357.251.54 en een vermindering van f 125.370. Model D no. 13 tot wijziging der gemeentebegroting 1950, aangevende voor de gewone dienst in inkomsten een vermeerdering van f 14.834. en in uitgaven een vermeerdering van f 20.755.en een vermindering van f 5921. Model D no. 14 tot wijziging der gemeentebegroting 1950, aangevende voor de kapitaaldienst in inkomsten een vermeerdering van f 1.015.607.57 en in uitgaven een vermeerdering van f 767.453.70.. Model D no. 15 tot wijziging der gemeentebegroting 1950, aangevende voor de gewone dienst in inkomsten en uitgaven een vermeerdering van /212.886.73 en voor de kapitaaldienst in inkomsten een vermeerdering

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 10