245
30 Augustus 1951.
dere inkomsten tengevolge van lagere tarieven voor bepaalde categorieën
op een andere categorie, terwijl het mogelijk is de tarieven in te richten,
zo dat alle burgers gelijk worden verhoogd.
Hij vraagt uitdrukkelijk aantekening, dat hij geen stemming wenst,
doch geacht wil worden niet accoord te gaan met de verhoging van de
marge in het tarief voor de beide categorieën bij de electriciteit tot 3 cent.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
IX. FINANCIËLE AFWIKKELING BOUW 9 ARBEIDERS-
WONINGEN AAN DE VIJFHERENSTRAAT.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
62. Financiële afwikkeling bouw 9 arbeiderswoningen aan de
Vijfherenstraat.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
X. BEGROTINGSWIJZIGING.
Besluit model D no. 7 van de gemeente-begroting 1951, aangevende
voor de gewone dienst in inkomsten een vermindering van f 141.67 en in
ultgaven een vermeerdering van 11.999.08 en vermindering van 11.640.75
en voor de kapitaaldienst in inkomsten en uitgaven. een vermeerdering van
42.400.—.
Besiuit tot wijziging van model D no. 4 van de gemeente-begroting
1951, thans aangevende voor de gewone dienst in inkomsten een vermeer-
derig van /43.980.en in uitgaven een vermeerdering van /48.979.38 en
vermindering van 4.999.38 en voor de kapitaaldienst in inkomsten een
vermeerdering van 197.784.45 en in uitgaven een vermeerdering van
24.494.38.
De Voorzitter deelt mede, dat de Financiële Commissie zich hiermede
kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Hierna schorst de Voorzitter de vergadering om over te gaan in een
vergadering met gesloten deuren.
Na heropening van de vergadering stelt de Voorzitter weder punt 5 van
de agenda ,,Voeren van een rechtsgeding" aan de orde.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XI. RONDVRAAG.
De heer Hopstaken zegt, dat het voorkomt, dat in bepaalde branches
van winkelbedrijven teveel zaken van één soort bij elkaar worden ge-
vestigd. Spreker vraagt of burgemeester en wethouders geen maatregelen
kunnen treffen om aan de hand van het behoefte-element daartegen op
te treden. Zo is aan de Binnenweg een derde bloemenmagazijn geopend,
terwijl reeds in de onmiddellijke omgeving twee zaken aanwezig zijn.
Spreker betreurt dit gebeuren ten zeerste.
De Voorzitter antwoordt, dat dit een Rijkszaak is. De gemeente kan
hierin niet regelend optreden, Dit moet uit het bedrijfsleven zelf komen.
De heer Hopstaken meent, dat de gemeente toch optreedt als de be-
schermster van haar gemeentenaren.
De Voorzitter antwoordt, dat dit onderwerp buiten de competentie van
het gemeentebestuur valt.
De heer Hopstaken vestigt de aandacht op hoog opgroeiende heesters
en hoge omheining van een tuin aan de Leidsevaartweg hoek Spoorplein.
