256
27 September 1951.
zoek is. Het is niet zeker, dat burgemeester en wethouders eventueel met
een wijziging van de politieverordening zullen komen. De bepaling is ver-
leden jaar, omdat zij stamt uit de Duitse tijd, niet opnieuw vastgesteld,
zodat zij is vervallen. Het is zeer de vraag of men de mensen tot het
strooien van as op de trottoirs kan verplichten. Daar zijn verschillende
zienswijzen over. Dit is in onderzoek. De heer Reijnders krijgt er nog wel
bericht over.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XI. BENOEMING LEDEN COMMISSIE VAN ADVIES BEDOELD IN
ARTIKEL 8 DER WOONRUIMTEWET 1947.
De aanbeveling is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
71. Commissie van advies bedoeld in artikel 8 der Woonruimtewet 1947.
De heer Verhoeven zou bij de herbenoeming van deze heren van de ge-
legenheid gebruik wilien maken om een bijzonder woord van lof te spreken
voor het werk dat zij hebben verricht. Het is hem uit ervaring bekend
hoeveel werk aan deze materie is verbonden en het is hem ook bekend
hoeveel moeite deze heren hebben om deze taak objectief te verrichten.
In deze tijd van woningnood spreekt het vanzelf, dat ze zelfs bij zich thuis
nog belegerd worden door liefhebbers van woningen en spreker weet hoe
moeilijk zij het daarmee hebben en hoe een ondankbaar werk het is, want
het is natuurlijk nooit goed. Spreker wil daarom graag van deze plaats af
een woord van dank tot die heren richten en de hoop uitspreken, dat ze
nog zo lang de woningnood duurt en laat het kort zijn, al ziet het er niet
erg gunstig uit, dit werk met dezelfde ambitie en op dezelfde objectieve
manier zullen blijven doen.
De Voorzitter dankt de heer Verhoeven voor deze woorden. Spreker
onderschrijft volkomen wat de heer Verhoeven naar voren heeft gebracht.
De heer Verhoeven heeft zeer juist gekenmerkt, dat het op de allereerste
plaats een ondankbaar werk is, bovendien vergt het heel veel vrije tijd,
terwijl het uiterst moeilijk is om objectief en eerlijk tegenover de voor-
gelegde gevallen te staan. Het moet spreker van het hart, dat vooral aan
dat laatste steeds de hand is gehouden. Het woord van dank vanaf deze
plaats is ten zeerste op zijn plaats, omdat deze mensen voor de gemeen-
schap een belangrijk stuk werk verrichten.
De heer Mr. Pliester is het geheel met de Voorzitter en de heer Ver-
hoeven eens wanneer zij dank betuigen voor de conscentieuse wijze waar-
op deze commissie werkt. Spreker had nog een andere vraag. In de toe-
lichting staat n.l. ,,In overeenstemming met de door U uitgesproken
wens, is door ons aan deze commissie als adviserend lid toegevoegd Mevr.
H. van der Meulen-Houwer". Als spreker zich goed herinnert, dan is de
wéns uitgesproken en zij was zeer algemeen, dat een dame als adviserend
lid zou worden toegevoegd, maar het staat hem niet voor de geest, dat
de algemene wens is uitgesproken, dat speciaal mevrouw van der Meulen-
Houwer zou worden benoemd. Dat wil niet zeggen, dat op deze dame iets
zou zijn aan te merken. Spreker wil in dit verband de vraag stellen, hoe
men tot de keus van Mevr. van der Meulen-Houwer gekomen is. Er zijn
n.l. ook van andere zijden enige candidaten genoemd en nu zou spreker
graag weten hoe men speciaal tot deze keus is gekomen.
De Voorzitter merkt op, dat het in overeenstemming met de door de
raad uitgesproken wens is, dat aan deze commisie als adviserend lid een
dame is toegevoegd. Daar is natuurlijk nooit een bepaalde mevrouw mee
bedoeld. Het adviserend lid wordt benoemd door burgemeester en wethou-
ders. Zij hebben hun keus laten vallen op mevrouw van der Meulen.
Verder kan spreker daar geen nadere inlichtingen over geven.