27 September 1951. 253 blijkt te zijn dan hij gedacht heeft, dan wil spreker toch niet erg ver op deze weg gaan en als hij nu misschien met dit voorstel meegaat, dan moet hij toch de waarschuwing daaraan toevoegen, dat dat niet de 'inlei- ding moet zijn voor alle mogelijke voorstellen van deze aard van alle mogelijke huurders, die nu maar zeggen: och we kunnen nog eens proberen of dat niet zus of zo kan met de gemeente, want dat kan naar sprekers smaak niet. De heer Disselkoen, wethouder, gelooft, dat er grote overeenstemming bestaat tussen de heer Mr. van Wijk en burgemeester en wethouders De heer Mr. van Wijk heeft gezegd, dat hij met dit voorstel wil meegaan, maar dat hij nlet veel verder gaat. Burgemeester en wethouders hebben nu dit voorstel gedaan, maar ze gaan helemaal niet verder. In ieder geval loopt dit voorstel niet vooruit op welke andere toekomstige beshssing ook. Dit voorstel achten burgemeester en wethouders, kennis genomen hebben- de van alle kosten die gemaakt zijn en kennis genomen hebbende van de omstandigheden waaronder het contract destijds met de enige gegadigde is aangegaan, alleszins te verantwoorden. Waar tussen de opvatting van de heer Mr. van Wijk en burgemeester en wethouders geen verschil be- staat, gelooft spreker dat hierover verder niet gediscuteerd behoeft te worden. De heer Reijnders wijst er op, dat voor een huis contractueel vast staat wat men al dan niet moet laten repareren. Er zal echter geen huiseigenaar bestaan, die in een contract de herbouw van een woning als zij slecht wordt, aan de huurder opdraagt. Een kapot dak en een kapotte goot lijkt naar sprekers mening toch wel enigszins op herbouw. De heer Mr. van Wijk weet heus wel, dat het hier een uitwendige kwestie is. De heer Mr. van Wijk zegt, dat als de heer Reijnders de overeenkomst die hier gesloten is kende, hij daaruit zou gelezen hebben, dat de huur- prijs voor dit complex op een lager bedrag is vastgesteld dan de normale huurprijs zou zijn, op voorwaarde, dat juist het onderhoud, wat de wet anders aan de verhuurder toeschrijft te doen verrichten, nu door de huur- der zal worden verricht. Wanneer dat eenmaal in een contract staat, wat is er dan tegen om dat contract dan ook uit te voeren Het gaat niet aan achteraf te zeggen, dat wij nu de wettelijke bepalingen van een normaal huurcontract moeten gaan toepassen bij een abnormaal huurcontract. Zo halen we twee dingen door elkaar en zo krijgen we een verwarde voor- stelling van zaken. De heer Reijnders merkt op, dat de heer Mr. van Wijk enigszins gelijk zou kunnen hebben, ware het dat de gemeente zo verhuurd had als inder- tijd Haarlem verhuurd heeft aan een zekere hotelhouder aan wie slechts /1.per jaar huur in rekening werd gebracht, waartegenover de hotel- houder met de kosten van onderhoud werd belast. Tussen die 1.en de 3000.—, die de gemeente in dit geval ontvangt, ligt toch wel een marge, waarbij het niet aangaat om alles wat met afbraak verband houdt op rekening van de huurder te stellen. Spreker gelooft, dat het niet alleen absurd is, maar dat het zelfs immoreel zou zijn als burgemeester en wet- houders de gestie van de heer Mr. van Wijk overnamen. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemmina- vastgesteld. IX. CREDIET VOOR SPORTBEOEFENING DER GEMEENTEPOLITIE. Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. Crediet voor sportbeoefening door personeel der gemeente-politie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 7