25 October 1951. 268 lcvering van melk is door de heer Kamerbeek voldoende toegelicht. Voor het overige is de Heemsteedse middenstand ingeschakeld. De heer Reijnders wijst er op, dat bij openbare inschrijving ook mensen kunnen inschrijven, die het groot-kapitaal niet nodig hebben. Spreker is voor middenstanders mits ze naar service geld vragen. Spreker past er voor om op z'n slechts behandeld te worden en een rekening te krijgen alsof hij op z'n best behandeld is. Het gaat er niet alleen om, dat de pachters de pacht op tijd betalen, maar vooral, dat op de exploitatie niets te zeggen valt. Een bedrag van 1350,per jaar aan investering voor een zaak waarin „vergunning" is, noemt spreker niet groot. Voor een zaak waarin men zulke hoge prijzen durft te vragen noemt spreker dit een klein be- drag. Bovendien wordt dit bedrag in de onkostenrekening verdisconteerd. Het argument, dat de wethouder aanvoert dat de pachters en een kellner grote gezinnen hebben, vindt spreker een bewijs, dat alles er bij gehaald wordt om waar te maken, wat men veronderstelt waar te zijn. Spreker persisteert bij zijn mening, dat het foutief is om 250,in min- dering te brengen voor het gemis van de belvédêre. Nog wijst spreker er op, dat in 1935 op het tentoonstellingsterrein ook een cafétaria aan- wezig was, terwijl toen het restaurant ook groot was. Het restaurant kon toen de mensen niet verwerken. Nooit zal men een restaurant kunnen stichten, dat tussen 1 en 2 uur de stroom bezoekers zal kunnen verwerken, Spreker blijft volhouden, dat, bij goede reclame voor eigen zaak, de pachters van het verversingshuis wel voordeel van de Flora zullen hebben. De heer Kamerbeek zegt, dat de heer Reijnders zal moeten toegeven, dat, als de belvédêre van de pacht wordt uitgesloten dit inhoudt, dat daar dan geen consumptie verkocht kan worden. Als de belvédêre vroeger in het contract was opgenomen, dan is het nu billijk, dat daarvoor een tege- moetkoming wordt gegeven. De praktijk leert, dat dan het ene en dan weer het andere restaurant in trek is. Spreker heeft van velen gehoord, dat zij over de explooitatie van het verversingshuis tevreden zijn. Enkelen zijn dat weer minder. De exploitanten staan nu met de rug tegen de muur en het college kan hen de laatste penning uit de zak halen. Als men 35 jaar lang, van 5 jaar op 5 jaar, eenzelfde café exploiteert, dan is dat een levensbestaan geworden en is men verplicht, om zijn bestaan te behouden, het alleruiterste te accepteren, omdat het niet mogelijk is in een ander café een bestaan te vinden. Uit het feit, dat de pachters nu 7000,pacht bieden, moet men niet de conclusie trekken, dat zij het gemakkelijk krrn- nen doen, want dat is bepaald onjuist. Als dit café een ton waard zou zijn, dan betaalt men 7 maar voor dit geld kan men wel wat beters krijgen. Burgemeester en wethouders hebben er dan ook uitgehaald wat er in zit, wat overigens hun goed recht is en zakelijk juist. Een investering boven de pachtsom van 1350,per jaar is wel normaal, maar de pach- ters zijn dat geld kwijt als de pacht niet verlengd wordt. Spreker wijst er voorts op, dat de café's in prijsklassen zijn ingedeeld, zodat de in het ver- verversingshuis geldende prijzen volkomen juist zijn. De heer Verhoeven zegt, dat men wel kan merken, dat de heer Reijnders geen dure gelegenheid bezoekt, omdat hij anders wel tot de conclusie zou zijn gekomen, dat Groenendaal niet duur is. De exploitatie van een café-restaurant kost veel. Dat de pacht dubbel omhoog gaat is logisch, omdat het prijsniveau in 1945 anders lag dan nu. De heer Brink wijst er nog op, dat meermalen de wagens van Van Gend cn Loos van buiten de gemeente aan het verversingshuis waren afleveren. Spreker is echter overtuigd, dat bij goede wil van de pachters gauw ge- noeg overeenstemming met de Heemsteedse middenstand zal zijn bereikt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 5