25 October 1951.
272
De heer Verspoor vraagt waar de eerste zin van artikel 3 op slaat en
hoe hoog de afsluitprovisie voor deze lening is.
De heer Mr. Bakliuiz.en van den Brink, wethouder, antwoordt, dat de
financiering van de duplex voorzieningen op verlangen van de geldgeef-
ster buiten de lening wordt gehouden. De kosten daarvan 5200,- be-
dragende, moeten uit de lening, die met een beroep op de burgerzin bij
de gemeentenaren zal worden geplaatst, worden gedekt. Deze voorzie-
ningen kunnen na 10 jaar worden afbetaald, zodat zij niet passen in een
lening met een looptijd van 50 jaar.
De tweede opmerking van de heer Mr. Dr. van Bruggen zal spreker
ten overvloede in de correspondentie met de Bank doen vastleggen.
De vraag van de heer Verspoor beantwoordend, zegt spreker, dat het
de bedoeling is, om, indien de gemeente van het Rijk een uitkering in eens
ontvangt voor de onrendabele kosten, deze in mindering op de lening te
doen strekken. De afsluitprovisie van de lening bedraagt 1/8
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
VI. RONDVRAAG.
De heer Brink vraagt, of burgemeester en wethouders zich al hebben
beraden over het verpachten van standplaatsen voor de verkoop van
diverse artikelen buiten het tentoonstellingsterrein van de ,,Plora".
De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders niet van
plain zijn dergelijke standplaatsen te verpachten.
De heer Mr. van Wijk zegt, dat het bestuur van de Volksbond tegen
drankmisbruik zich ongerust maakt over het bericht van burgemeester
en wethouders dat zijn gebouw aan de Dreef waarschijnlijk zal moeten
verdwijnen. Spreker weet de aanleiding daarvoor niet, maar indien ver-
wijdering van het gebouw noodzakelijk is, vraagt spreker of burgemeester
en wethouders bereid zijn naarstig te zoeken naar een andere gelegenheid.
Dit gebouw heeft bewezen zijn nut te hebben voor bezorgers en arbeiders.
Spreker laat in het midden of het de kosten zal lonen om het gebouw 'ce
verplaatsen.
De Voorzitter acht deze kwestie praematuur. Burgemeester en wet-
houders hebben de huur van het terrein met een half jaar verlengd. Wat
dan met het gebouw zal gebeuren weten burgemeester en wethouders
niet. Als de mogelijkheid daartoe bestaat en de kosten dit rechtvaardigen,
zijn burgemeester en wethouders zeker bereid de bond met het verplaatsen
van het gebouw ter wille te zijn.
Hiema sluit de Voorzitter de vergadering.
De secretaris,
De voorzitter,