6 December 1951.
281
werkzaamheden in de speeltuin een groot aantal leden zullen medewerken,
is spreker vöör het voorstel van burgemeester en wethouders. De gesteldé
vraag in hoeverre hier een precedent wordt geschapen, zou spreker zo-
danig willen beantwoorden, dat, indien een andere speeltuinvereniging
ook actief is en een aanvrage indient, dit besluit dan een precedent kan
zijn.
De heer Disselkoen, wethouder, heeft dit voorstel niet in de commissie
voor het onderwijs gebracht, omdat hij daar eenvoudig niet aan gedacht
heeft. Spreker geeft toe, dat waar nu blijkt, dat dergelijke voorstellen
wel in de commissie voor het onderwijs werden behandeld, het inconse-
quent is, dat dit nu niet gedaan is. Burgemeester en wethouders beloven
in dit opzicht beterschap.
Burgemeester en wethouders hebben in dit geval gaarne hun mede-
werking aan de uitbreiding van het speelmateriaal verleend, omdat het
werk zoveel mogelijk door de leden zelf verricht zal worden. Spreker dankt
de leden, die hun instemming met dit voorstel hebben betuigd.
In antwoord op de vraag van de heer Brink zegt spreker, dat, als andere
speeltuinverenigingen met analoge gevallen komen en ook daar zelfwerk-
zaamheid kan worden geconstateerd, deze bij burgemeester en wethouders
een open oor zullen vinden. Dit wil echter niet zeggen, dat het een uit-
nodiging aan de speeltuinverenigingen is om nu maar met dergelijke ver-
zoeken te komen. Burgemeester en wethouders zijn dus bereid om te
kijken wat gedaan kan worden als daar aanleiding voor is.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
X. BENOBMING ONDERWIJZERES AAN DE DREEFSCHOOL L.O.
De voordracht is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
84. Benoeming onderwijzeres Dreefschool.
De heer Kamerbeek wijst er op, dat op de voordracht een candidate
voorkomt, die reeds aan de Dreefschool tijdelijk werkzaam is. Spreker
vraagt waarom nu aan iemand van buiten Heemstede de voorkeur wordt
gegeven.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat de tijdelijke onderwijze-
res pas kort als onderwijzeres werkzaam is. Zij heeft n.I. dit jaar haar
akte gehaald. In haar werk heeft zij goed voldaan, waarom burgemeester
en wethouders meenden, dat zij op deze voordracht niet gepasseerd mocht
worden. Het is niet gebruikelijk dat een onderwijzeres, die pas in functie
is, direct in een plaats als Heemstede vast benoemd wordt. Het zal voor
haar een mooie aanbeveling zijn, dat zij in Heemstede heeft gewerkt en
op een voordracht heeft gestaan.
De heer Kamerbeek vraagt, hoe lang no. 1, Mej. Sterrenburg, als onder-
wijzeres werkzaam is.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat dit enige jaren is.
De Voorzitter verzoekt de heren Hopstaken en Brink met hem het
bureau van stemopneming te vormen.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat Mej. C. A. Sterrenburg, tijdelijk
onderwijzeres te Amsterdam, wonende te Zandvoort, met 17 stemmen is
benoemd. 1 Stem was van onwaarde.
Voorts wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de benoeming te
laten ingaan op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen
datum.