284 6 December 1951. De Voorzitter antwoordt: Hoogeerwaarde St. Nicolaas. Ik acht mij zeker de tolk der vergadering, indien ik U van harte dank zeg voor Uw sehoon gedicht, waarin de huide aan de gemeente-bestuurderen tot uiting komt en voor het mooie geschenk dat U hebt willen aanbieden. Onze ogen zijn bekoord door de deskundige wijze waarop de Jan van Goijenstraat is uitgebeeld. Ik maak gaarne van deze gelegenheid gebruik het bestuur van de Jan van Goijenstraat-vereni- ging mijn oprechte hulde te betuigen voor het in het verleden verrichte werk. Daarbij heeft men niet alleen aan eigen baat gedacht getuige de verleende hulp bij het bouwen van huisjes in Putten en de steun aan het herstellingsoord „Unicum" te Heemstede. Als burgemeester stemt het mij tot grote voldoening te kunnen constateren, dat deze vereniging zeer krachtig werkt en ten volle voor haar taak berekend is. Ik verzoek U de dank van de raad voor de gebrachte hulde aan de vereniging over te brengen. Ik wens, dat het de Jan van Goijenstraat-vereniging goed moge gaan, die ik een parel noem in de kroon van de middenstand van Heem- stede. Nadat St. Nicolaas te kennen had gegeven, dat hij de dank en wensen van de raad aan de Jan van Goijenstraat-vereniging zou overbrengen, verliet hij de vergadering, waarbij hem door de leden een schuchter „Zié de maan schijnt door de bomen" werd toegezongen. Hierna siuit de Voorzitter de vergadering. De

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 8