94
27 December 1951.
2e Afd.
KINDEBTOELA GEBEGELIN G.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en de circulaire
van het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van
gemeentelijke personeelsaangelegenheden d.d. 3 September 1951;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende
Kindertoelageregeling voor het personeel dezer gemeente.
Artikel 1.
Deze verordening verstaat onder:
a. de ambtenaar:
1. de ambtenaar, die krachtens aanstelling overeenkomstig de be-
palingen van het Ambtenarenreglement in dienst der gemeente
werkzaam is, voor zover het gemeentebestuur tot de regeling
zijner bezoldiging bevoegd is;
2. de werkman, die krachtens vaste of voorlopige aanstelling of
bewijs van aanneming overeenkomstig de bepalingen van het
werkliedenreglement in dienst der gemeente werkzaam is.
b. de bezoldiging:
de vaste beloning, verhoogd met vaste toelagen en emolumenten,
voor zover deze laatsten boven de beloning worden genoten.
Artikel 2.
1. De ambtenaar, die één of meer kinderen tot zijn last heeft beneden
de leeftijd van 18 jaar, heeft, overeenkomstig de bepalingen der
volgende artikelen, bij wijze van tijdelijke toelage, voor elk van die
kinderen recht op een kindertoelage.
2. Voor de toepassing van het bepaalde in het vorige lid worden onder
kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar mede verstaan:
a. kinderen van 18, 19 of 20 jaar, wier tijd, behoudens in geval van
ziekte of vacantie, geheel of grotendeels in beslag wordt geno-
men door of in verband met het volgen van onderwijs aan een
inrichting voor algemeen vormend- of vakonderwijs;
b. kinderen van 18, 19 of 20 jaar, die ten gevolge van ziekte of
gebreken naar het oordeel van burgemeester en wethouders
blijvend buiten staat zijn om met arbeid, die voor hun krachten
is berekend, één derde te verdienen van hetgeen lichamelijk of
geestelijk gezonde kinderen van gelijke leeftijd in staat zijn met
arbeid te verdienen.
Artikel 3.
1. De kindertoelage wordt toegekend met ingang van de maand of van
de loonweek, waarin het recht is ontstaan.
2. De kindertoelage vervalt:
a. voor het kind, dat de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt:
op de laatste dag van het kalenderjaar of de laatste dag van de
laatste volle loonweek van het kalenderjaar, waarin het kind
mocht zijn overleden;