95 27 December 1951. 2e Afd. WIJZIGING TOELAGEBESLUIT 1951. Aan de Raad. Dezer dagen is verschenen het K.B. van 19 October 1951, Stbl. 457, tot wijziging van het Toelagebesluit 1951 (K.B. van 27 December 1950, Stbl. K 651). Een nadere toelichting komt voor in een circulaire van de Minis- ter van Binnenlandse Zaken, van 13 November j.l. Laatstgenoemd K.B. hield in de regeling van de verhoging van de wedden en lonen met 10% en van de kindertoelage. Het werd bij uw besluit van 1 Maart 1951, no. 14, van toepassing verklaard op het ge- meentepersoneel welks wedde of loon van gemeentewege wordt geregeld. In het aangehaalde K.B. van 19 October 1951 is thans voor het Rijks- personeel geregeld de derde verhoging van 5 waaraan de vorm van een vaste verhoging is gegeven. Voorts bevat het K.B. enkele voorzieningen met betrekking tot de kindertoelage en de kindertoeslag. Het is thans dus mogelijk dit besluit, in navolging van het Toelagebesluit 1951 zelf, ook van toepassing te verklaren op het hierboven bedoelde gemeente- personeel. Ten einde de uitvoering van dit besluit te vergemakkelijken komt het ons gewenst voor om in de gevallen, waarin een beianghebbende meer dan één betrekking in dienst der gemeente vervult, waarbij te denken valt aan de kleinere nevenfuncties, de nieuwe 5 niet over de wedden verbonden aan deze betrekkingen te verdelen, doch deze te laten drukken op de hoofdbetrekking. Op deze derde verhoging werden inmiddels voorschotten verstrekt. Om administratieve redenen gaat het K.B. van 19 October 1951 er van uit, dat verandering van de kindertoelage en kindertoeslag ingaat op 1 April 1951. De Minister heeft er echter geen bezwaar tegen wanneer daarvoor door de gemeente wordt gesteld 16 Maart 1951 of voor week- loners de eerste dag van de loonweek waarin 19 Maart 1951 valt. Wij geven er de voorkeur aan van deze bevoegdheid gebruik te malien, omdat dit ook de data zijn waarin verandering van salaris of loon plaats heeft door de toekenning van 5 en dit dus de administratie vereenvoudigt. Uit een circulaire van 22 November 1951 van het Centraal Bureau in zake de gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeels- aangelegenheden blijkt, dat overleg met de plaatselijke organisaties niet behoeft plaats te hebben. Op grond van het vorenstaande stellen wij U voor over te gaan tot de vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit. Heemstede, 12 December 1951. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, N. Vos.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 31