31 Januari 1952 NOTA BETREFFENDE HET MIDDELBAAR EN VOORBEREIDEN D HOGER ONDERWIJS. 2e Afd. Aan de Raad. Op 20 December 1951 ontvingen een 14-tal gemeentebesturen uit de omgeving van Haarlem, waaronder ook wij, een uitnodiging d.d. 17 De- cember 1951 van het gemeentebestuur van Haarlem, om vertegenwoordi- gers te willen afvaardigen voor een op 5 Januari j.l. ten Stadhuize van Haarlem te houden bespreking over de kosten van het middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs van die gemeente. Wij zouden ons niet reeds nu met een nota hierover tot U hebben ge- richt, omdat de besprekingen nog in een eerste stadium verkeren, ware het niet, dat juist op de dag van bedoelde bespreking in de couranten melding werd gemaakt van een nota van burgemeester en wethouders van Haarlem aan de Raad van die gemeente, waarin over dezelfde aan- gelegenheid uitvoerige mededelingen worden gedaan en waarin ook een bepaald standpunt wordt verdedigd. Het komt ons vanzelfsprekend voor, dat de mededelingen in de couranten en in het raadsverslag van Haarlem hierover ook Uw aandacht hebben gehad en het verwondert ons dan ook niet, dat een en ander reeds aan- leiding heeft gegeven tot vragen uit Uw kring om nadere inlichtingen, Omdat bij deze aangelegenheid onze gemeente in zeer belangrijke mate betrokken is, oordelen wij het daarom goed U het volgende mede te delen. In de aangehaalde brief van 17 December 1951 stelde Haarlem ons op de hoogte van de gemiddelde kosten, welke die gemeente voor 1952 voor leerlingen van het middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs, afkom- stig uit de buitengemeenten, verwacht voor hare rekening te moeten nemen. Deze bedragen gemiddeld 464.waarbij reeds rekening is ge- houden met de voor 1952 en volgende jaren te verwachten hogere bijdragen op grond van art. 8 quater der hoger- en art. 36 quater der middelbaar- onderwijswet. Voor 700 buitenieerlingen zou dit voor 1952' een uitgaaf van tenminste 325.000.betekenen. Overgelegd worden globale berekeningen van deze kosten over enkele vroegere jaren. Haarlem vestigt er de aandacht op, dat de verhoging van de Rijks- subsidie (van 900.tot 1125.per klasse) geen gelijke tred heeft gehouden met de stijging van de kosten. De berekening van de wettelijke bijdrage wordt voor de schoolgemeente nadelig geacht, terwijl tenslotte wordt medegedeeld, dat wat 1952 betreft geen rekening is gehouden met de financiële gevolgen van de rigoureuze schooigeldverlaging, welke door de regering in het leven is geroepen, zonder dat bekend is, welke com- pensatie hier tegenover staat. Omdat de begroting haar zorgen biedt, wordt door Haarlem uitgezien naar middelen om hierin te voorzien, op grond waarvan de uitnodiging voor de bespreking werd verzonden. De ons verstrekte cijfers moesten dienen als richtlijn voor de besprekin- gen. Hieromtrent wordt opgemerkt, dat de becijferingen alle werden ontleend aan de begrotingen voor de betrokken jaren en dus niet aan werkelijke cijfers. In hoeverre die al dan niet belangrijk afwijken is ons niet bekend. Wanneer overwogen wordt, dat de kosten van het M.O. en V.H.O., die voor de komende 5 jaren basis zullen zijn voor de berekening van de door de buitengemeenten verschuldigde wettelijke bijdrage van 50 van de netto-kosten vermoedelijk met ongeveer 300.per leerling verhoogd zuilen worden, dan betekent dit voor Haarlem een meerdere bate van 700 X 50 van 300.105.000.In de verstrekte berekening wordt de totale bate als een gevolg hiervan slechts 40.000.hoger geraamd dan over 1951 in de plaats van 105.000.Verondersteld zou nu kunnen worden, dat deze bijdragen voor 1951 te hoog waren geraamd,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 7