20 21 Februari 1952. voorstellen het criterium van absolute noodzakelijkheid als uitgangspunt te nemen voor de beoordeling van de vraag, of een bepaald project al dan niet moet worden ter hand genomen. In de tweede plaats willen wij ook bij deze begroting wijzen op het nog steeds niet op juiste wijze geregeld zijn van de verhouding tussen de gemeenten en het Rijk. Wel mag gelukkig worden geconstateerd, dat, mede dank zij de krachtige actie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, in dit opzicht in het afgelopen jaar enige verbetering is be- reikt, doch nog steeds staan de gemeenten in te sterke mate onder de voogdij, speciaal de financiële voogdij, van het Rijk. Rechtstreekse invloed op dit vraagstuk missen zowel de raad als het college van burgemeester en wethouders en daardoor heeft een meer gedetailleerd debat hieromtrent in deze vergadering weinig zin, doch wij zouden er bij burgemeester en wethouders op willen aandringen om elke gelegenheid, die zich voordoet om, hetzij via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, hetzij recht- streeks, de herkrijging van meerdere zelfstandigheid door de gemeenten te stimuleren, niet ongebruikt te laten. In de derde plaats, en daarmede komen wij naar ons oordeel aan het belangrijkste element in de tegenwoordige gemeentelijke situatie, willen wij de woningbouw ter sprake brengen. In dat opzicht is sedert de vorige begrotingsbehandeling de toestand aanmerkelijk verslechterd, doordat het Rijk gedurende ongeveer een jaar zijn eigen taak op dit voor ons gehele land en ook voor onze gemeente buitengewoon belangrijke gebied nagenoeg heeft neergelegd en aan de gemeenten overgelaten heeft dit zelf ter hand te nemen, terwijl aan de andere kant door de financiële politiek van het Kijk aan de gemeenten de middelen om dit te financieren nagenoeg werden onthouden. Tengevolge hiervan is in het algemeen, en ook in onze gemeente, een stagnatie in de woningbouw ontstaan, die in verband met de ontzaglijke nadelen en gevaren, aan de woningnood verbonden, onrustbarend is. Wij begrijpen, dat burgemeester en wethouders, ten gevolge van de investeringsvoorschriften en de rente-politiek van het Rijk en nu laatste- lijk weer de bevriezing van de eigen gemeenteleningen in afwachting van de landelijke woningbouwlening, momenteel weinig vrijheid van be- weging hebben, doch wij dringen er op aan, dat elke gelegenheid, die zich voordoet om de woningnood te verlichten, worde aangegrepen. In dit kader verheugt ons ook het inmiddels door burgemeester en wethouders gedane voorstel tot aansluiting bij de Noord-Nederlandse Bouwkas. Wij willen natuurlijk het voorstel op zichzelf nader op zijn mérites beoordelen, doch het principe juichen wij onverdeeld toe. Het is niet precies te zeggen, wat het effect van dit project zal zijn, doch hier ligt in elk geval een kans om, zonder financiële lasten van enige betekenis voor onze gemeente, verlichting van de woningnood in onze gemeente te verkrijgen. Elke dus- aanige kans moet naar onze mening in de huidige woningsituatie worden aangegrepen. Dit zijn de opmerkingen van algemene aard, waartoe de begroting 1952 onze fractie aanleiding geeft. Wij behouden ons voor bij de behandeling van de afzonderlijke hoofdstukken en artikelen nog enige verdere opmer- kangen van meer gedetailleerde aard te maken. Spreker wil ten slotte eindigen met een woord van waardering voor de begeleidende nota bij de begroting en voor de opzet der begroting en lof toezwaaien aan burgemesster en wethouders en de ambtenaren voor hun werkzaamheid. De heer Mr Dr van Bruggen zegt, dat Mr Jacob van Lennep die met de gemeente Heemstede talloze relaties heeft onderhouden, in een van zijn historische romans de tekening heeft gegeven van een hofpartij bij de graaf van Holland. Aan een potsenmaker, die aan het doorluchtig

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 10