21 Februari 1952.
23
slagen van de Nationale leningen, die uitgeschreven worden, het bedrag
niet als totaal onvoldoende worden beschouwd? Vijftig millioen is niet
meer dan 5000 huizen. Welk een staatkundig monstrum en men slikt
het maar is een ambtenaren-investeringscommissie, die geplaatst is
boven de wettelijke verantwoordelijke organen, de gemeenten, de provin-
ciën en de Minister van Binnenlandse Zaken en dit een twee jaar, nadat
in aile tonen de wijsheid is bezongen van de Provinciale wet en van de
Gemeentewet, die in echt Nederlandse geest, d.w.z. wars van een centraal
totalitarisme, een evenwichtige oplossing hebben gegeven voor het pro-
bleem van de vrijheid in verantwoordelijkheid, d.w.z. voor het gepaste
zelfdoen der burgers.
Als lagere magistraten doen wij wêl hier voortdurend op te wijzen en
onze stem hiertegen te verheffen. ,,Waakt aan de grenzen, de vijand
is daar."
Voor onze gemeente brengt een en ander mede, dat belangrijke werken:
uitbreiding gezondheidshuis; vuilwaterzuivering; woningbouw, waarvoor
de gehele gemeenteraad zich enthousiast voorstander betoonde, d.w.z.
primordiale, sociale en hygiënische belangen, niet konden worden uit-
gevoerd.
In de geleidebrief voor de gemeente-begroting wordt een uiteenzetting
gegeven van de nieuwe voorschriften, welke hebben geleid tot de huidige
gemeente-begroting, zoals zij ons is voorgelegd.
In alle eerlijkheid wil spreker verklaren, dat het hem na gezette studie
niet is gelukt hierin geheel wegwijs te worden. Weilicht heeft alleen de
heer Verhoeven als accountant het voorrecht dit nieuwe systeem te door-
gronden. Hoe het zij, onze bezwaren gaan tegen hetgeen onder h en i door
burgemeester en wethouders ter toelichting is medegedeeld. Dat hebben
wij wel begrepen. AIs de onderstellingen van burgemeester en wethouders
juist zijn ook op pagina 3 van de geleidebrief wordt het nog eens
herhaald dan is het gevolg van het nieuwe stelsel, dat het verband
tussen de afzonderlijke geldleningen en de daarmede gefinancierde kapi-
taaluitgaven is verbroken. Wel geeft staat M II ons een staat van saldi
der gemeenteleningen en de daarop verschuldigde rente en aflossing,
maar rechtstreeks blijkt nergens hoeveel van de gemeenteschuld is ge-
eonsolideerd en hoeveel niet.
Op dit punt voldoet het nieuwe systeem niet aan de eerste eis van
openbaarheid, nl. „doorzichtigheid", het werkt de camouflage in de hand.
Zeker, door in staat MII op te tellen kan men vinden hoe groot de
resterende schuld is en hoeveel de totale verschuldigde rente be-
draagt, maar wat wij in deze tijd moeten weten expliciet hoeveel er door
kasgeldleningen is gedekt en hoeveel is ondergebracht in vaste leningen
op lange termijn, zien wij niet. Een gemeentebalans, de heer Verhoeven
wees hierop, wordt meer en meer noodzakelijk!
Het is daarom nodig, dat wij ieder jaar hiernaar nadrukkelijk informeren
en spreker hoopt, dat men dit in alle gemeenteraden zal doen. Daarom
\raagt spreker met nadruk naar de toestand op 1 Januari 1952:
Hoe groot is de schuld van de gemeente?
Hoeveel van die schuld is met kasgeldleningen gefinancierd
Hoeveel van die schuld is geconsolideerd in langlopende leningen
Er zijn vijanden, die onze rechtsgemeenschap bedreigen en hierover
heeft spreker het allereerst gehad. Er is echter een vijand, volksvijand
no. 1, die ons familieleven bedreigt. Dit is de woningnood, die knaagt aan
de wortels van het geluk van velen. Ons Nederlandse volk is een huiselijk
volk. In geen andere Europese taal vindt men spreekwoorden, die aequiva-
lent zijn met ,,Oost West, thuis best", ,,Eigen haard is goud waard" en
dergelijke. Samenwoningen de goede uitzonderingen niet te na ge-
sproken bedreigen de huiselijke vrede, roepen zenuwspanningen op,
leiden vaak zelfs tot politioneel en gerechtelijk ingrijpen.