hh de inhoud daarvan de raad besparen getuigen. i Gelukkig was er ook een zeer grote groep in onze bevolking, die onze regering in haar streven steunde. Het waren vooral de vroegere Christelijk Historischen en Anti-Revolutionnairen, een zeer grote groep en Vrijzinnig Democraten en ex-Liberalen, die met de leden der oude S.D.A.P., de Partij van de Arbeid hadden opgericht en die in hun streven geholpen t door de grootste groep van de Katholieke Volkspartij trouw aan onze regering bleven en haar steunden. Toen spreker zoëven mededeelde, dat hij de inhoud der citaten zou I besparen, bedoelde hij er toch met één een uitzondering te maken. Bij t de geplaatste critiek is veelal onze Minister van Pinanciën de zondebok. Nu is critiek voor ieder mens onontbeerlijk, dus is zij ook goed voor f Minister Lieftinck, vooral als het opbouwende critiek is. Maar daar 3 ontbreekt dan ook wel eens iets aan en vooral als de verkiezingen op komst zijn, maakt de opbouwende critiek veelal plaats voor kleinerende critiek. Op een verkiezingsvergadering in Naaldwijk zeide Mr Oud, de lijstaanvoerder van de V.V.D. ,o.a. het volgende: ,,Men moet het werk e van Prof. Lieftinck niet als al te moeilijk zien. Het valt vaak mee, dat r blijkt wel uit het feit, dat de belastingopbrengsten de laatste jaren ver t boven de raming zijn geweest." t Hier was bepaald niet de grote staatsman aan het woord, die Mr Oud i zo graag wil zijn. Ter weerlegging van het bovengenoemde door Mr Oud q gesproken woord zullen wij Mr Öud als Tweede Kamerlid eens aan het y woord laten. Hij zeide nl. op 7 November j.l. in de Tweede Kamer (zie n de handelingen),,Daarom mijnheer de voorzitter, wil ik het hier gaarne n ronduit uitspreken, dat ik en dat weet de Minister ook wel voor zijn persoon een zeer grote sympathie heb, en dat ik hem bewonder, gelet e op de geweldige taak, die hij in 1945 op zich heeft genomen, toen hij stond d voor een financiële chaos, voor een geldchaos, zo groot als waarvoor r waarschijnlijk nooit een Minister van Financiën heeft gestaan. Ik heb t daarvoor de grootste en meest ongeveinsde bewondering, ook voor de enorme toewijding en werkkracht van de Minister. Wat hij gedaan heeft i, de zes jaren, waarin hij de schatkist beheerde, is eenvoudig pheno- e menaal." d Hier heeft spreker niets aan toe te voegen dan alleen deze vraag: d Klaere, wat heeft er uw hartje verblijd, zijn het wellicht de verkiezingen n Sprekers fractie neemt acte van Mr Oud als Tweede Kamerlid. Nu :t mogen Trouw, Het Dagblad, Elsevier, Het Handelsblad, de heer Lunshof ij van De Telegraaf en tegenwoordig dan ook de Maasbode hun critiek oefenen en spreken over wanbeheer onzer regering, dan staat hier o.i. n ook de nuchtere uitspraak tegenover der Economische Commissie van de h XTN.o., die, nadat zij de geldmarkt in Europa had bestudeerd, consta- t- teerde, dat er slechts drie landen in Europa zijn, waar het gevaar voor devaluatie minder groot is dan in de overige landen. Eén van deze drie g is Nederiand. En dan te bedenken, dat deze uitspraak plaats vond zeven II jkar na het einde van de wereldoorlog, nadat de overweldiger ons totaal k kad leeggeplunderd, terwijl ons land financiële plichten zijn opgelegdi voor n militaire doeleinden, die vijf millioen gulden per dag vergen; dat er el jaarlijks honderden millioenen moeten worden opgebracht ter bestrijding ,n van de tegenwoordige staatsvijand no. 1, de woningnood, terwijl er ook H no& 8"Gld kon worden gevonden voor de gezinspolitiek, t.w. het uitbreiden lij c'er kinderbijslag en de oudedagsverzorging, waaraan vader Drees gaarne 3. zijn naam heeft willen verbinden. îe Regeren met een goed gevulde kas is geen kunst, maar regeren vanuit r. een schrale staatskas, dat vereist staatsmanskunst. Dat de lasten worden f gedragen door allen, een ieder naar zijn vermogen, getuigt van een inzicht, ■k <ja'- baanbrekend werk verricht en hoopvol stemt voor de toekomst, waar- al door voor een ieder een menswaardig bestaan wordt verzekerd. 21 Februari 1952.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 17