21 Februari 1952. 33 woningvraagstuk, welke commissie heden ten dage nog bestaat. Er heeft o.a. een partijgenoot van de heer Reijnders zitting in. Door deze com- missie is echter geen aandrang om woningen te bouwen uitgeoefend. De heer Verhoeven heeft er op gezinspeeld, dat er plannen bij de regering met betrekking tot een premieregeling voor woningbouw aan- hangig zouden zijn. Het is echter nog niet bekend waarin die plannen bestaan. Er wordt evenwel een grondige wijziging van de gehele organi- satie verwacht. Zo gaan er geruchten, dat het departement van weder- opbouw zal worden opgeheven. De ondeugende opmerking is dan ook al van enkele zijden gemaakt: „Nu kunnen we gaan bouwen!" Naar aanleiding van het verwijt van de heer Mr Dr van Bruggen, dat burgemeester en wethouders niet met plannen voor woningbouw zijn gekomen, kan spreker mededelen, dat het college reeds aan een architect opdracht heeft gegeven een project te maken voor de bouw van arbeiders- woningen. Daarover heeft ook reeds een bespreking plaats gehad met de planologische dienst der provincie, omdat er volgens het uitbreidings- plan geen terrein voor deze bouw beschikbaar is. De planologische dienst heeft reeds toegezegd medewerking te zullen verlenen aan een partiële herziening van het uitbreidingsplan. Burgemeester en wethouders zijn dus te dezer zake diligent en zullen tijdig over deze plannen de commissie vo°r de volkshuisvesting raadplegen. Van die zijde is nl. de opmerking vernomen, dat burgemeester en wethouders de plannen pas bij de com- missie aanhangig maakten, wanneer deze besteksklaar waren. Nu zal dit dus tijdig gebeuren. Het agendapunt inzake de deelneming aan een bouwkas zal in een volgende vergadering aan de orde worden gesteld. Voor de bouw van 48 middenstandswoningen zijn de plannen gereed, maar er is geen geld voor beschikbaar. Met betrekking tot de rioolwaterzuiveringsinrichting en het hoofdstamriool zou spreker willen reppen van staatsvijand No. 2. Er zal met de bouw van een zuiveringsinrichting eens begonnen môéten worden, wil Heemstede door haar stank verspreidende haven in de toe- komst niet een onbewoonbaar oord worden. Deze zaak heeft de aandacht van het college van burgemeester en wethouders en met de bouw zal, zodra dit mogelijk is, worden begonnen. De heer Verhoeven heeft gepleit voor het betrachten van zuinigheid bij uitgaven voor de bestratingen. De raad dient echter in het oog te houden, dat xn dit opzicht geen roofbouw gepleegd mag worden. Mede ten gevolge van het zware autobusverkeer moeten de straten en wegen geregeld bijgehouden worden, anders komt men over enkele jaren voor geweldige uitgaven te staan. Bovendien laat de standing der gemeente een dergeliike verwaarlozing niet toe. In antwoord aan de heer Mr Dr van Bruggen kan spreker zeggen, dat er op de uitgaven voor de plantsoenen reeds behoorlijk bezuinigd wordt. Op de begroting voor 1949 was 8R.625.geraamd voor de plantsoenen. Nu îs de oppervlakte der plantsoenen van 11.05 ha in 1949 toegenomen t°t 14.76 ha in 1952. Wanneer bovendien een correctie wordt toegepast wegens de stijging van het loon- en prijspeil van 1949 tot 1952, dan zou er voor 1952 niet /89.000.maar /121.870.geraamd moeten zijn. Ook de rammgen voor 1950 en 1951 zouden dan aanzienlijk meer bedragen ce n1 ^an ^ans wordt voorgedragen. Voor Groenendaal wordt thans geraam(b Het cijfer van 1949 op dezelfde wijze herleid voor 52 geeft een bedrag te zien van /75.633.Uit deze cijfers blijkt wel, cat er rigoureus is bezuinigd door het aanbrengen van minder ver- nieuwmgen, minder bemesting en plantmateriaal, een ver doorgevoerde mechanisatie en door het stellen van lagere eisen bij het onderhoud. De heer Disselkoen, wethouder, heeft met belangstelling de beschou- wingen van de fractievoorzitters belulsterd. Van de aangesneden onderwer-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 23