HHH9H
21 Februari 1952. 35
bezwaar, dat zij niet weten hoe het worden gaat. De Minister stelt zich
1- nl. voor om 240 kWh buiten de geprojecteerde tariefsverhoging te houden.
Hier zijn deze grenzen 300, 360 en 390 kWh. Burgemeester en wethouders
3- kunnen een en ander dan ook niet overzien, waarom zij van mening zijn,
:n dat nu in de tarieven geen wijziging moet worden gebracht. Het zou een
'k sprong in het duister zijn, waarvan de financiële consequenties niet zijn
e- te overzien. Het gaat hier in totaal over 1 1% ton. Bij de bestaande
tarieven wordt in Heemstede een groter quantum tegen lage prijs gegeven
t. dan de grens van 240 kWh. Zolang dit goedkope quantum niet is opge-
ie bruikt, is er geen haast bij het nemen van een besluit. Als deze kwestie
-n in de loop van het jaar zijn beslag krijgt, dan ondervindt het bedrijf
er daarvan geen last en de gebruiker geen nadeel.
et He heer Mr Dr van Bruggen heeft een lans gebroken voor de vorming
ie van schoolschappen. Dit is geen eenvoudige zaak. Burgemeester en wet-
e, houders staan daar in beginsel niet afwijzend tegenover. Ten opzichte
e- vyn een bepaald type van onderwijs zal binnen afzienbare tijd de raad
een voorstel bereiken, dat de instelling van de streekschool beoogt. Dit
''a zal een eerste stap kunnen zijn naar het schoolschap.
er lets geheel anders is bij de huidige vorm de kostenverrekendng voor
lij het middelbaar onderwijs met Haarlem. Burgemeester en wethouders
-n hebben, toen daartoe aanleiding bestond, de raad zo snel en zo uitvoerig
te mogelijk in kennis gesteld met de verschillende aspecten van dit vraag-
et stuk. Nauwkeurige bestudering van deze nota zal de raad wel de over-
tuiging geschonken hebben, dat de wetstechnische zijden van dit vraag-
us stuk zich slecht lenen voor een discussie in de raad. Veel beter kunnen
k, zij bezien worden in de rustige sfeer om de conferentietafel. In een
er bespreking tussen 10 12 hierbij betrokken gemeentebesturen is dan ook
jk terecht besloten, deze kwestie ter bestudering toe te vertrouwen aan een
kleine studiecommissie, gevormd door de wethouders van onderwijs van
lij de vijf hierbij het meest betrokken gemeenten. In deze commissie heeft
äe °°k Heemstede zitting, terwijl de wethouders zich kunnen doen bijstaan
d, door hun adviseurs. Tot de instelling van deze commissie werd besloten
e- op een conferentie ten stadhuize van Haarlem op een Zaterdagmorgen.
et U zult zich de verwondering van burgemeester en wethouders kunnen
e- indenken, toen in de middag van diezelfde Zaterdag de pers een Haarlems
■d, raadsvoorstel publiceerde, dat op de resultaten van deze studiecommissie
er voor 100% vooruitliep. Immers dit voorstel moet door het gemeentebestuur
m van Haarlem aan de raad van die gemeente en aan de pers zijn toe-
d- gezonden op de Vrijdag voorafgaande aan de conferentie van bedoelde
út Zaterdagmorgen. Rurgemeester en wethouders waren pijnlijk verbaasd,
eï dat van dit voorstel in bedoelde conferentie met geen enkel woord is
dij gerept. Niettemin zijn burgemeester en wethouders bereid en bereid ge-
3i- bleven, om aan het werk van de studiecommissie deel te nemen en zij
ijn hebben aan Haarlem deze bereidheid bericht.
ve Wat de wetstechnische kanten van deze zaak betreft, lijkt het spreker
daarom goed vandaag hier niet verder over te spreken, maar het resultaat
van studiecommissie af te wachten, dat z.i. met vol vertrouwen
;el tegemoet gezien kan worden.
ze Intussen acht spreker het wel noodzakelijk vandaag iets te zeggen over
:n. een ander aspect van deze kwestie. Spreker heeft nl. met werkelijk leed-
en wezen kennis genomen van wat sommige raadsleden in de Haarlemse
>r- traafJ over dit onderwerp gezegd hebben. Met leedwezen, omdat daaruit
bieek, dat ook in sommige leidende kringen in Haarlem nog een volkomen
;n, onjuist inzicht bestaat in de gemeentelijke verhoudingen in een bevolkings-
iet cong omeraat als dat van Zuid-Kennemerland. Deze onjuiste opvatting
en ziet în zulk een bevolkingsconglomeraat, niet alleen dus in Zuid-Kenne-
-t" merland maar ôök in Zuid-Kennemerland, de verhouding tussen de
en gemeenten als een zodanige als men in de biologie een verhouding-van-
