48
21 Februari 1952.
ving' gebaseerd is op de vervangingswaarde. In deze begrotingen is dat
natuurlijk niet het geval omdat de plannen van de Minister te dezer zake
nog niet geëffectueerd zijn. Wanneer gehandeld wordt zoals de Minister
wil, dan zou nu in de begroting een rente van 5 over de kapitaalschuld
moeten worden verwerkt, ook indien er indertijd misschien tegen 2%
geleend is ondanks dat er nu in het geheel geen vervangingen aan de oide
zijn. Wanneer er geld geleend zal moeten worden zal dit ongetwijfeld niet
beneden een rentepercentage van 4 of 4% lukken. Spreker kan er ech-
ter bitter weinig voor voelen thans het tarief zo hoog te stellen, dat daarin
de vervangingswaarde gecalculeerd zou zijn. Het is trouwens de vraag hoe
een dergelijke handelwijze van hogerhand kan worden voorgeschreven.
Tenslotte heeft de heer Mr Pliester gevraagd om de verzekering te geven
dat niet beneden kostprijs zal worden geleverd. Burgemeester en wethou-
ders geven de verzekering, dat dit niet het geval zal zijn, aan wie ook
de levering plaats heeft. Het is mogelijk dat de maatschappelijke ontwik-
keling in een dergelijke richting zal gaan, dat aan bepaalde bevolkings-
groepen een tegemoetkoming zal worden verleend in deze kosten. Deze
tegemoetkoming zal dan echter niet ten laste van het bedrijf mogen
komen. Een soortgelijke figuur doet zich voor bij de mensen, die als zgn.
onvolwaardige arbeidskrachten bij de plantsoenen te werk zijn gesteld.
De aan deze mensen betaalde lonen komen gedeeltelijk ten laste van
Sociale Zaken. Spreker heeft de hoop, dat de raad door zijn uiteenzetting
overtuigd is, dat zijn wensen en opvattingen in overeenstemming zijn met
die van het college van burgemeester en. wethouders. Op grond van alle
bestaande onzekerheden wil spreker de raad dringend het advies geven
om burgemeester en wethouders tijd te geven de komende problemen in
zijn geest te bekijken, welke dezelfde is als de hunne. Het nemen van
overhaaste beslissingen zou nu een sprong in het duister betekenen. Daar-
om dient gewacht te worden tot er omtrent de plannen van de regering
meer vaststaat.
De heer Verhoeven wijst er nog op, dat de heer Zegwaart met zijn voor-
stel slechts bedoelt een verschuiving toe te passen op de groepen, waarin
de verbruikers zijn ondergebracht op grond van de gezinsgrootte, welke
elk hunner recht geeft op een bepaald gebruik tegen lager tarief. Ook
wanneer één kWh electriciteit f 1.zou gaan kosten, dan zou dit het-
zelfde gevolg hebben wanneer het door de heer Zegrwaart voorgestelde
aanvaard wordt. Dit staat geheel los van de hangende onzekerheden.
De heer Mr Pliester kan het na het antwoord van de wethouder bil-
lijken, dat in de begroting geen rekening is gehouden met de vervan-
gingswaarde. De invoering der Werkloosheidswet op 1 Juli 1952 staat
echter vast. Spreker herhaalt zijn vraag of het de bedoeling is dat het
efficiency-rapport aan de raad ter inzage zal worden verstrekt.
De Voorzitter herinnert er aan dat het rapport met de financiële com-
missie is besproken. De Stichting ,,Heemsteedse Sportparken" is niet
in het efficiency-onderzoek betrokken geweest. Burgemeester en wethou-
ders zullen er zich over beraden of het rapport ook aan de overige leden
van de raad ter inzage zal worden gegeven.
De heer Kamerbeek herinnert er aan dat de wethouder in zijn antwoord
aan de heer Mr Pliester heeft gezegd, dat de bedrijven aan geen enkele
groep van afnemers onder de kostprijs zullen leveren en heeft daarbij
verwezen naar de onvolwaardige arbeidskrachten. Toch zijn deze twee
gevallen niet met elkaar te vergelijken. Wanneer aan bepaalde groepen
van afnemers tegen verminderd tarief zou worden geleverd, wil de wet-
houder deze lasten verschuiven naar Sociale Zaken. Het verschil is echter,
dat de plantsoenen geen inkomsten opleveren en de bedrijven wel. Wan-
neer iemand van de betaling van een gedeelte van het geldende tarief