21 Februari 1952. 19 meente, die een behoorlijke ruggegraat heeft en het is nog steeds mogen gelukken vroegere diensten met een batig saldo boven de raming af te sluiten. A1 twijfelt spreker er aan of dit in de nabije en de verdere toe- komst het geval zal blijven, meent hij te mogen verwachten, dat ook 1951 hierop geen uitzondering zal maken. Spreker wil verder de afdeling Financiën, en in het bijzonder haar leider, danken voor wat hij in het bijzonder en mêt hem alle administra- teurs van de gemeentediensten, weer hebben gepresteerd aan werk, dat ook vele avonduren in beslag heeft genomen, ten behoeve van deze begroting. Met hen dankt hij alle ambtenaren met hun aanvoerder, onze ijverige gemeentesecretaris, en alle gemeentewerklieden voor hun trouwe plichts- vervulling. Hij spreekt de verwachting uit, dat de gemeente ook in moei- iijker dagen, die misschien te wachten staan, op hun toewijding en dan wel bijzondere ijver zal mogen blijven rekenen. Als men in hem een samenzweerder tegen de staatsorde ziet, dan hoopt hij niet, dat deze Catilina te lang het geduld misbruikt heeft. Spreker komt graag bij bepaalde posten nog op de onderdelen van deze begroting terug. Hij wenst de voorzitter, het college van burgemeester en wethouders en ons allen Gods beste zegen toe bij ons pogen ook straks de rekening over 1952 een gunstig resultaat te doen tonen. De heer Brink zegt, dat wanneer zijn fractie ook dit jaar gebruik maakt van de gelegenheid om deel te nemen aan de aigemene beschouwingen over de gemeentebegroting, dit dan niet geschiedt met de bedoeling om daaraan uitvoerige betogen betreffende de intemationale verhoudingen en de algemene landspolitiek te verbinden. Hoe interessant dusdanige be- schouwingen op zichzelf ook mogen zijn, wij zijn van oordeel, dat het in het algemeen niet op de weg van de raad ligt langdurige debatten te houden omtrent vraagstukken van internationale en algemeen-landelijke aard, waarop de Heemsteedse raad elke invloed mist. Alleen voorzover dergelijke onderwerpen van rechtstreeks belang zijn voor het begrotingswerk, dat de raad moet verrichten, kan zulks op zijn plaats zijn. Wij zijn van oordeel, dat in voorafgaande jaren de raad in dit opzicht wel eens te veel van zijn eigenlijke taak is afgeweken. Zonder het voorbeeld van onze buurgemeente Hillegom, waar, volgens de onlangs verschenen dagbladberichten, de raad in een half uur tijds de gehele begroting heeft afgehandeld, zonder meer dit aan onze gemeente te willen voorschrijven, zouden wij toch wel aan de raad in overweging willen geven om door meerdere beperking tot besparing van tijd voor onze raadsleden en ambtenaren en tot bezuiniging op drukkosten e.d. mede te werken. Als zijn fractie dan in deze gedachtengang zich bepaalt tot de concrete punten, waartoe de kennisneming van de onderhavige begroting en de inleidende nota aanleiding geeft, dan zouden wij het navolgende naar voren willen brengen: In de eerste plaats willen wij nog eens de nadruk leggen op de absolute noodzakelijkheid van een zo zuinig mogelijk gemeentebeheer, zulks in aansluiting aan hetgeen bij de behandeling van de vorige begroting reeds door onze fractie-voorzitter, die helaas wegens ziekte heden niet aanwezig kan zijn, betoogd is. De vooruitzichten, die, op grond van de huidige situatie, voor de gemeenten in het algemeen en ook voor onze gemeente, kunnen worden geraamd, zijn niet rooskleurig en dwingen tot het opleggen van beperking, zowel in de kapitaalsuitgaven als in de kosten van beheer, waar zulks maar enigszins mogelijk is. Uit de begroting hebben wij in het algemeen de indruk, dat ook burgemeester en wethouders van dit standpunt uitgaan en wij hebben dan ook in zoverre geen critiek op het beleid van dit college, doch dringen er wel met klem op aan om ook in de loop van dit begrotingsjaar bij het aan de orde stellen van afzonderlijke

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 9